De Listen van de Duivel

Kortom, door dat sceptische ongeloof zal een ongelovige zich gedragen als een struisvogel. Wanneer hij de dood en scheiding ziet als vernietiging, bieden de heldere verkondigingen van de hemelse boeken, vooral die van de Koran, aangaande het hiernamaals hem hoop. Hij klampt zich vast aan die hoop en neemt die angstaanjagende kwelling niet op zich. Als op dat moment het volgende tegen hem wordt gezegd: “Omdat we op weg zijn naar een eeuwige wereld, moeten we de lasten van religieuze plichten dragen om in die wereld gelukkig te leven.” Dan zal hij vanwege zijn sceptische ongeloof het volgende zeggen: “Wellicht bestaat er geen eeuwigheid. Waarom zou ik moeite doen voor iets dat niet bestaat?”

 

Met andere woorden, dankzij de hoop op eeuwigheid die de Koran hem schenkt, bevrijdt hij zich van de kwellingen die voortkomen uit eeuwige vernietiging. Aan de andere kant, wanneer de uitdagingen van religieuze verplichtingen zich voordoen, klampt hij zich – door de hoop die het sceptische ongeloof hem biedt – vast aan de mogelijkheid dat er geen leven is na de dood en ontsnapt hij aan die last. Hij denkt dat hij op die manier meer plezier uit het leven haalt dan een moslim. Dat wil zeggen dat hij van de moeite die religieuze verplichtingen met zich meebrengen vanwege de mogelijkheid van het niet bestaan van het hiernamaals wordt gered, en de voortdurende kwellingen neemt hij dankzij de mogelijkheid van het bestaan van het hiernamaals niet op zichzelf. De invloed van deze misleiding van de duivel is echter uiterst beperkt, ongunstig en kortstondig.