De Ramadan

Het negende punt

 

Eén van de wijsheden achter het vasten tijdens de maand Ramadan, met betrekking tot de onmiddellijke vernietiging van de denkbeeldige heerschappij van de nefs en het onthullen van haar dienaarschap door haar machteloosheid te tonen, is het volgende:

 

De nefs is van nature niet geneigd om haar Heer te erkennen. Ze streeft, net als de farao, naar het vestigen van haar eigen heerschappij. Hoezeer ze ook wordt blootgesteld aan folteringen, deze karaktertrek blijft behouden. Echter, alleen door honger te lijden kan deze eigenschap worden doorbroken. Inderdaad, dankzij het vasten tijdens de gezegende maand Ramadan wordt een directe aanval uitgevoerd op het faraonische front van de nefs en wordt zij overwonnen. Haar machteloosheid, zwakte en afhankelijkheid worden blootgelegd, en zo beseft de nefs dat ze een dienaar is.

 

In een hadith wordt het volgende overgebracht:

 

Allah de Rechtvaardige heeft aan de nefs gevraagd: “Wie ben Ik, wie ben jij?” De nefs heeft geantwoord: “Ik ben ik, Jij bent Jij.” Allah voltrok daarop een bestraffing. De nefs werd in de hel geworpen. Toen stelde Hij wederom dezelfde vraag. En zij antwoordde ook ditmaal: “Ik ben ik, Jij bent Jij.” Welke bestraffing Hij haar ook deed ondergaan, zij nam niets terug van haar egoïsme en hoogmoed. Vervolgens legde Allah haar de bestraffing van de honger op, dus Hij liet haar verhongeren. Toen vroeg Hij haar opnieuw: “Wie ben Ik en wie ben jij?” Nu antwoordde de nefs:

اَنْتَ رَبِّى الرَّحٖيمُ - وَاَنَا عَبْدُكَ الْعَاجِزُ

Oftewel, “Jij bent mijn barmhartige Heer. En ik ben Jouw machteloze dienaar!”

 

اَللّٰهُمَّ صَلِّ وَسَلِّمْ عَلٰى سَيِّدِنَا مُحَمَّدٍ صَلَاةً تَكُونُ لَكَ رِضَاءً وَ لِحَقِّهٖ اَدَاءً بِعَدَدِ ثَوَابِ قِرَائَةِ حُرُوفِ الْقُرْاٰنِ فٖى شَهْرِ رَمَضَانَ وَ عَلٰى اٰلِهٖ وَ صَحْبِهٖ وَ سَلِّمْ

 

سُبْحَانَ رَبِّكَ رَبِّ الْعِزَّةِ عَمَّا يَصِفُونَ وَسَلَامٌ عَلَى الْمُرْسَلٖينَ وَ الْحَمْدُ لِلّٰهِ رَبِّ الْعَالَمٖينَ اٰمٖينَ

 

 

 

Verontschuldiging: Aangezien deze verhandeling in zeer korte tijd, namelijk veertig minuten, is geschreven, terwijl zowel ikzelf als mijn schrijver ziek waren, kunt ze uiteraard tekortkomingen en slordigheden bevatten. We verwachten daarom van onze broeders en zusters dat ze deze verhandeling met begrip en tolerantie zullen bekijken. Indien nodig kunnen ze zelf eventuele tekortkomingen corrigeren.