De Wederopstanding

De vierde waarheid: de versieringen in deze wereld[1] dienen als voorbeelden van de gunsten die de Genadevolle vanuit Zijn genade aan de gelovigen in het paradijs zal verlenen.

 

 


[1]  Inderdaad, het bestaan en het leven van elk schepsel hebben talrijke doeleinden. Deze schepselen zijn niet beperkt met de doeleinden die betrekking hebben op henzelf en het wereldse leven, zoals de afgedwaalde mensen zich dat inbeelden. Zou dat wel zo zijn, dan zou hun bestaan en leven als zinloos en doelloos beschouwd kunnen worden. De doelstellingen van het bestaan en het leven van elk schepsel hebben betrekking op de volgende drie categorieën:

      De eerste en meest verheven doelstelling heeft betrekking op de Schepper. Dat houdt in dat de schepselen de wonderbaarlijke kunstzinnige versieringen die op hen zijn aangebracht als een passerende parade aan Shāhid-i Èzèlī  vertonen. Op basis hiervan is het zelfs voldoende als deze schepselen voor een vluchtig moment leven. Zelfs hun bekwaamheden, die als potentie in hun aard bestaan en een intentie tot ontwikkeling vormen, zijn hiervoor voldoende nog voordat deze schepselen in het bestaan worden geroepen. Bijvoorbeeld, de sublieme schepselen die zeer kort leven en de buitengewoon ontworpen zaadjes en pitjes die niet hebben kunnen ontkiemen, dienen deze doelstelling volledig. Nutteloosheid en zinloosheid is hierin niet terug te vinden. Dat houdt dus in dat het eerste doel van ieder schepsel daaruit bestaat om middels haar leven en bestaan de wonderen en kunstwerken van Sultān-i zul-Djelāl te verkondigen en deze aan Hem te presenteren.

      De tweede doelstelling heeft betrekking op de met bewustzijn begaafde wezens. Dat houdt in dat de hele schepping aan de blikken van de engelen, djinns, dieren en mensen aangeboden wordt als een waarheid verkondigende brief, als een subtiele ode en als een zinvol woord van Sāni-i zul-Djelāl, met als doel hen aan te sporen tot bezinning. Elk schepsel dient dus als een middel tot bezinning voor de met bewustzijn begaafde wezens.

      De derde doelstelling heeft betrekking op het bestaan van de schepping zelf. Het gaat hierbij om persoonlijke voordelen zoals genot, vergenoegen, bestendigheid en welzijn. Bijvoorbeeld, slechts één procent van het doel van een enorm schip van de sultan heeft betrekking op het geringe voordeel van de stuurman van dat schip; het overige negenennegentig procent van dat doel heeft betrekking op de sultan zelf, die de eigenaar van het schip is. Zo heeft eveneens slechts één honderdste van de scheppingsdoelen van iedere schepping betrekking op het persoonlijke en wereldse voordeel en negenennegentig procent op zijn Schepper.

      Inderdaad, op basis van dit feit dat het bestaan van ieder schepsel op vele doelstellingen betrekking heeft, kunnen twee schijnbaar tegenstrijdige eigenschappen met elkaar verenigd worden. Bijvoorbeeld doelmatigheid en zuinigheid enerzijds en edelmoedigheid en vrijgevigheid anderzijds, in het bijzonder oneindige edelmoedigheid. Met betrekking tot één doelstelling manifesteert de naam el-Djewwād zich, waarbij edelmoedigheid en vrijgevigheid de overhand hebben. Ten opzichte van deze doelstelling toont bijvoorbeeld het bestaan van overvloedige vruchten en granen aan dat er een oneindige vrijgevigheid is. Echter, als we kijken naar alle doelstellingen samen, manifesteert de naam el-Hakīm zich dominanter en heeft wijsheid de overhand.

      Waarlijk, iedere vrucht aan een boom heeft evenveel doelstellingen als het aantal vruchten van die boom zelf. Deze doelstellingen worden in de bovengenoemde drie categorieën onderverdeeld. Al deze doelstellingen samen tonen een grenzeloze wijsheid, doelmatigheid en zuinigheid aan. Op deze wijze verenigen zich grenzeloze wijsheid en grenzeloze vrijgevigheid, die schijnbaar tegenstrijdig zijn.

      Bijvoorbeeld, één van de doelstellingen van het leger is het handhaven van de orde. Voor deze doelstelling zijn er in het leger meer dan genoeg soldaten. Echter, voor andere taken en doelstellingen, zoals de bescherming van de grenzen en de strijd tegen de vijanden, is hun aantal precies voldoende; de verhouding hierin is met volmaakte wijsheid afgewogen. Inderdaad, op deze manier verenigt de wijsheid van de staat zich met haar majesteitelijkheid. En zo kan worden vastgesteld dat er in dit leger geen overmaat aan soldaten is.