Een Reis naar het Bestaan van de Schepper

De Derde Flits:

Kijk naar de levende wezens die zich omdraaien en rondwentelen in dit beweeglijke universum. Je zult zien dat Hayy-i Qayyūm op ieder van deze levende schepselen vele zegels heeft gedrukt. Bijvoorbeeld, een mens is een soort verkleind voorbeeld van het universum, een vrucht van de boom der schepping en een zaadkorrel van deze wereld. Immers, de mens is een compacte weergave van de meest uiteenlopende soorten wezens in het bestaan. Het is alsof de mens een druppel is die, met uiterst nauwkeurige maatstaven, uit het hele universum is gefilterd. Aldus vereist het, om dit levende wezen te kunnen scheppen en er Heer over te kunnen zijn, de bekwaamheid om het hele bestaan te kunnen beheersen.

Indien je verstand nog niet is verdronken in jouw waanvoorstellingen, argwaan of twijfels, dan begrijp je dat:

- het maken van één schepsel, zoals een honingbij, die fungeert als een woord in het boek der schepping en een soort mini-index vormt;

- het schrijven van de belangrijkste thema’s van het boek der schepping op één bladzijde, bijvoorbeeld op de mens;

- het inschrijven van het volledige programma van een reusachtige vijgenboom in een kleine stip, zoals in het nietige zaadje van die boom, dat als een punt in het boek der schepping dient;

- het tonen van de manifestaties van alle namen van Allah, die zich overal in het universum openbaren, in één enkele letter, bijvoorbeeld in het hart van de mens;

- het opslaan van teksten ter grootte van een bibliotheek en het opnemen van een gedetailleerde index van alle gebeurtenissen in de kosmos in het geheugen van de mens — dat slechts een plaats ter grootte van een zaadje in beslag neemt;

allemaal een zegel is die zonder twijfel alleen toebehoort aan de Schepper van alles en de Majesteitelijke Heer van dit universum. Nu, indien één enkele zegel te midden van talloze zegels van de Heer op levende wezens op deze wijze haar licht toont en naar Hem verwijst, stel je dan eens voor dat je al deze stempels gelijktijdig zou kunnen zien. Zou je dan niet zeggen:

سُبْحَانَ مَنِ اخْتَفَى بِشِدَّةِ الظُّهُورِ