Geloofswaarheden: Verkenningen & Reflecties

Onder alle schepselen is de mens de meest nobele en bezit hij de meest uitgebreide wilskracht. Echter, van de honderden aspecten die nodig zijn voor de meest eenvoudige handelingen van een mens, zoals denken, praten en eten, valt niet meer dan één aspect onder zijn wilskracht en vaardigheden. Hoe kan dan beweerd worden dat iemand die zelfs niet eens één honderdste deel van zo’n eenvoudige handeling bezit, zichzelf bezit?

 

Omdat nu het meest nobele schepsel met de meest uitgebreide wilskracht dermate wordt afgehouden van de controle en overheersing van zijn handelingen, toont degene die beweert dat andere levende en levenloze schepselen zichzelf bezitten, aan dat zijn niveau nog lager is dan die van dieren en levenloze schepselen. Datgene wat je heeft misleid en je in deze afgrond werpt, is jouw eenogige en buitengewone onheilspellende sluwheid. Met jouw blinde en bedrieglijke sluwheid ben je je Heer, de Schepper van alles, vergeten. Je hebt Zijn werken toegeschreven aan natuur en oorzaken, en Zijn eigendom onderverdeeld onder afgoden. Vanuit dit perspectief, en gebaseerd op jouw sluwheid, moet ieder levend wezen en ieder mens zich in zijn eentje verzetten tegen talloze vijanden en strijden om in zijn eindeloze behoeften te voorzien. Met een minieme macht, een bescheiden wil, een voorbijgaand bewustzijn, een snel uitdovend leven en een snel voorbijgaande levensduur, wordt hij gedwongen om zich staande te houden tegenover die talloze vijanden en behoeften. Echter, het kapitaal van een dergelijk hulpeloos levend wezen is zelfs niet voldoende om één van zijn duizenden wensen te vervullen. Wanneer hij door een ramp wordt getroffen, kan hij van niemand remedie verwachten voor zijn pijn, behalve van dove en blinde oorzaken. Hierdoor is het geheim dat schuilgaat achter het vers

وَمَا دُعَٓاءُ الْكَافِرٖينَ اِلَّا فٖى ضَلَالٍ

gericht aan hem.