Geloofswaarheden: Verkenningen & Reflecties

De twaalfde notitie

 

O mijn vrienden die aandacht schenken aan deze notities! 

 

Jullie dienen te weten dat ik, ook al is het niet mijn gewoonte en hoewel het verborgen moet blijven, soms de smeekbeden en supplicaties in mijn hart jegens mijn Heer opschrijf. Op deze manier hoop ik op Zijn genade, dat ze verhoord worden wanneer mijn boek spreekt in plaats van mijn tong, nadat de dood mijn tong tot zwijgen heeft gebracht. Inderdaad, smeekbeden die ik verricht en spijtbetuigingen die ik uitspreek gedurende een kortstondig leven zijn niet toereikend voor de vergeving van talloze zonden. De kracht van een boek, die langdurig en enigszins voortdurend is, zal mij daar beter bij ondersteunen. 

 

Dertien jaar geleden, voordat deze verhandeling werd geschreven, beleefde ik een moment van ontwaken. Het lachen van de Oude Said, dat ooit mijn geest vulde, veranderde na een ingrijpende omwenteling in het huilen van de Nieuwe Said. Zo ontwaakte ik uit de achteloze slaap van de jeugd in de ochtend van de ouderdom. Op dat moment reciteerde ik een Arabische smeekbede en supplicatie, waarvan een deel in het Nederlands als volgt luidt: