Het Gebed
Bovendien verbreekt hij eveneens zijn band met de wereld, die hem tijdens de nacht vergeet en zich voor hem verschuilt, en stort hij zijn problemen middels het wenen van zijn hart voor de Barmhartige uit. Niet wetende wat hem te wachten staat tijdens zijn slaap, die op de dood lijkt, verricht hij het ishā-gebed voor het slapengaan als zijn laatste aanbidding om zo het dadenschrift van die dag een mooie afsluiting te geven. Dat wil zeggen dat hij zich tot MabūdDegene die het waard is om als enige aanbeden te worden. en Mahbūb-i BāqīDe EeuwigeAllah, de ware Geliefde Wiens bestaan eeuwig is. wendt in plaats van tot al zijn vergankelijke geliefden, dat hij zich tot Qadīr-i KerīmAllah; de Vrijgevige. richt in plaats van tot de machteloze schepselen die hij aanroept en dat hij toevlucht zoekt bij Hafīz-i RahīmDe GenadevolleAllah, Die alles behoudt en behoedt en Wiens genade alles omvat. om gered te worden van alle tegenspoed die hem doet sidderen van angst.
Bovendien begint hij het gebed met soera el-Fātiha en looft en prijst hij Rabbul-ālemīnAllah, de Heer van alle werelden. –Die Kāmil-i mutlaqKāmil-i mutlaq, Ghaniyy-i mutlaqAllah, Wiens rijkdom oneindig is en alles omvat en Rahim-i mutlaqAllah, Wiens genade oneindig is en alles omvat. is– in plaats van zinloos en ongepast lofprijzingen en dankbetuigingen te tonen aan gebrekkige en behoeftige schepselen. Met het reciteren van
اِيَّاكَ نَعْبُدُ U alleen dienen wij. – De Koran 1:5
neemt hij ondanks zijn kleinheid, nietigheid en verlatenheid een positie in waarbij hij in dit universum dankzij zijn verbondenheid met Malik-i YewmiddīnAllah, de Eigenaar van de Dag des Oordeels., Die Sultān-i Ezel we EbèdAllah, Die de Sultan is van alles en alle tijden, en Wiens bestaan geen begin en eind heeft. is, een belangrijke gast en een waardevolle dienstplichtige wordt. En door
اِيَّاكَ نَعْبُدُ U alleen dienen wij. – De Koran 1:5 وَ اِيَّاكَ نَسْتَعٖينُ U alleen dienen wij en U alleen vragen wij om hulp. – De Koran 1:5
te reciteren, legt hij namens de hele schepping alle aanbiddingen en hulpbehoevendheid aan Hem voor. Middels de recitatie van
اِهْدِنَا الصِّرَاطَ الْمُسْتَقٖيمَ Leid ons naar het rechte pad. – De Koran 1:6
vraagt hij om geleid te worden naar het rechte en verlichte pad dat hem binnen de onzekerheid van de toekomst tot eeuwige gelukzaligheid leidt.