De Korte Woorden

Hij keek naar de muur en zag dat het wemelde van ongedierte. Hij keek naar de top van de boom en bemerkte dat het een vijgenboom was, maar wonderbaarlijk genoeg zag hij dat er allerlei verschillende soorten vruchten –van walnoten tot aan granaatappels– aan de takken van die vijgenboom hingen. Deze man begreep door zijn pessimisme en dwaasheid niet dat deze gebeurtenissen niet op toeval berustten. Hij begreep niet dat achter deze merkwaardige gebeurtenissen mysterieuze geheimen aanwezig waren. Het drong niet tot hem door dat hier een grote uitvoerder achter zat. Ondanks het feit dat zijn hart, ziel en verstand door deze bittere toestand kwelling en leed ondervonden, veronderstelde hij wegens zijn nafs-i emmāra dat er niets aan de hand was. Hij hield de oren gesloten voor het gehuil van de ziel en het hart en bedroog zich daarmee. Hij begon met het eten van de vruchten van die boom alsof hij zich in een tuin bevond. Een deel van die vruchten was echter giftig en schadelijk. 

 

In een hadīth-qudsī zegt Allah

اَنَا عِنْدَ ظَنِّ عَبْد۪ى ب۪ى