De Korte Woorden
Met het reciteren van
اِيَّاكَ نَعْبُدُ U alleen dienen wij. – De Koran 1:5
neemt hij ondanks zijn kleinheid, nietigheid en verlatenheid een positie in waarbij hij in dit universum dankzij zijn verbondenheid met Malik-i YewmiddīnAllah, de Eigenaar van de Dag des Oordeels., Die Sultān-i Ezel we EbèdAllah, Die de Sultan is van alles en alle tijden, en Wiens bestaan geen begin en eind heeft. is, een belangrijke gast en een waardevolle dienstplichtige wordt. En door
اِيَّاكَ نَعْبُدُ U alleen dienen wij. – De Koran 1:5 وَ اِيَّاكَ نَسْتَعٖينُ U alleen dienen wij en U alleen vragen wij om hulp. – De Koran 1:5
te reciteren, legt hij namens de hele schepping alle aanbiddingen en hulpbehoevendheid aan Hem voor. Middels de recitatie van
اِهْدِنَا الصِّرَاطَ الْمُسْتَقٖيمَ Leid ons naar het rechte pad. – De Koran 1:6
vraagt hij om geleid te worden naar het rechte en verlichte pad dat hem binnen de onzekerheid van de toekomst tot eeuwige gelukzaligheid leidt.
Bovendien zegt hij Allahu-AkbarAllah is de grootste. en verricht hij de rukūDe houding waarin men zich riem-laag naar voren buigt, waarbij de handen op de knieën rusten. door aan de grootsheid van Zāt-i zul-DjelālAllah, de Majesteitelijke Heer Wiens grootheid en verhevenheid grenzeloos is. te denken aan Wiens bevel de verdwijnende en verschijnende sterren, net zoals de rustende planten en slapende dieren, als een soldaat onderworpen zijn en hoe zij als bedienden binnen dit gastenverblijf (het universum) als verlichting fungeren.