De Korte Woorden

Laten we veronderstellen dat in dit dorp, dus in Barla, twee mannen zich bevinden die ieder honderd vrienden hebben. Negenennegentig vrienden van de eerste man zijn naar Istanbul vertrokken. Zij genieten van hun leven daar. Er is maar één van zijn vrienden achtergebleven en ook deze zal daarheen vertrekken. Hierdoor verlangt deze eerste man naar Istanbul, denkt daaraan en wilt zijn vrienden daar ontmoeten. Wanneer hem bevolen zou worden om naar Istanbul te gaan, zou hij daar vreugdevol gehoor aan geven. 

 

Net zoals bij de eerste man het geval is, zijn ook negenennegentig vrienden van de tweede man uit Barla vertrokken. Integendeel tot de eerste man denkt hij dat een gedeelte van hen is omgekomen en dat het andere gedeelte vermist wordt. Hij denkt dat zij verloren zijn. In plaats van naar de vriendschap van die negenennegentig vrienden te verlangen en het op te zoeken, probeert deze hulpeloze man zich te troosten met het gezelschap van één gast. Het verdriet dat door de scheiding van zijn vrienden ontstaat, wil hij zodoende vergeten. 

 

Welnu, o mijn nefs! Al je vrienden, in het bijzonder Habībullāh (saw), bevinden zich aan de andere kant van het graf. Wat betreft de enkelen die hier zijn gebleven, ook zij zullen zich daarheen begeven. Schrik niet van de dood, wees niet bang voor het graf en kijk niet de andere kant op. Zie het graf met moed tegemoet en luister naar hetgeen het graf van jou vraagt. Lach de dood manmoedig in het gezicht toe en kijk naar wat hij van jou wilt. Wees op je hoede en wees niet onachtzaam, zodat je niet op de tweede man zal lijken.