De Korte Woorden

De andere man die vroom, religieus en waarheidsgetrouw was, aanschouwde datzelfde land dankzij zijn deugdzaamheid als zeer aangenaam. Deze goede man zag in het gehele land een festiviteit waar een sfeer van blijdschap heerste. Er waren overal gebedshuizen waar in extase en met enthousiasme zikr werd verricht. Iedereen was voor hem een vriend, een familielid. In heel het land werd er met dank en waardering een afscheidsfeest gehouden voor degenen die hun dienst hadden vervuld. Voor degenen die nieuw in dienst traden, hoorde hij een feestelijke verwelkoming waar Allahu-Akbar en Lā Ilāhe Illallāh werd uitgeroepen. In tegenstelling tot de kwellingen die de eerdere ellendige man ondervond vanwege zijn eigen verdriet en dat van het hele volk, ondervond deze gelukzalige man vreugde en rust dankzij zijn eigen blijdschap en die van het hele volk. Bovendien dreef hij een gunstige handel en toonde dankbetuiging aan Allah.

 

Na een bepaalde tijd kwam hij de andere man tegen. Hij zag in welke toestand hij verkeerde en zei tegen hem: “Wat is er met jou aan de hand? Je bent je verstand verloren. Het lijkt erop dat jouw innerlijke lelijkheden zich naar buiten hebben gereflecteerd, waardoor je het lachen als huilen en de vrijstelling van dienst als beroving en plundering inbeeldt. Kom tot bezinning en reinig je hart, opdat deze ellendige beeld voor je ogen wordt opgeheven en je de waarheid kunt aanschouwen. Wij bevinden ons immers in het land van een uiterst rechtvaardige, genadevolle, machtige en ordelijke heerser die zich om zijn onderdanen bekommert en hen shefqa toont. Het land van een dergelijke heerser dat overduidelijk ver ontwikkeld is, kan bovendien niet zo zijn zoals jij je dat inbeeldt.”