De Korte Woorden

Hierop kwam die ellendige man tot bezinning, toonde berouw en zei: “Inderdaad, ik was door dronkenschap mijn verstand verloren. Moge Allah tevreden zijn over jou; je hebt mij van een helse toestand verlost.”

 

Welnu, o mijn nefs! Besef dat de eerste man een ongelovige of een onachtzame zondaar is. Deze wereld is in zijn ogen een rouwplaats. Ieder levend wezen is een weeskind dat huilt vanwege de scheiding en het teloorgaan van al zijn geliefden. Hij ziet de mensen en dieren als hulpeloze en op zichzelf gelaten wezens die door de klauwen van de dood worden verscheurd. En grote schepselen zoals bergen en zeeën beschouwt hij als angstaanjagend en doelloos. Zo zijn er nog vele ellendige, kwellende, angstaanjagende inbeeldingen die uit ongeloof en afdwaling voortvloeien en hem spiritueel kwellen. 

 

De andere man is een gelovige. Hij kent en erkent zijn Schepper. In zijn ogen is deze wereld een gebedshuis waar zikr wordt verricht, een leerschool waar mensen en dieren hun verantwoordelijkheden nakomen en een oord waar mensen en djinns worden beproefd.