De Miradj (De Hemelreis van de Profeet)

O toehoorder, beschouw het niet als onmogelijk dat dit verbazingwekkend grote universum is voortgebracht uit de ogenschijnlijk beperkte essentie van een mens. Hoe kan het als onvoorstelbaar worden beschouwd dat de Almachtige Schepper – Die uit een zaadje zo klein als een tarwekorrel een reusachtige dennenboom voortbrengt, die zelf lijkt op een kleine wereld – het universum schept uit het licht van Muhammed (saw)? Aangezien de scheppingsboom, net als de tūbā-boom, zijn stam en wortels boven heeft en zijn takken beneden, bestaat er een lichtgevende verbindingslijn van de vrucht beneden tot aan de oorspronkelijke zaadkern boven.

 

Inderdaad, de mirādj is de omhulling en de uiterlijke vorm van die lichtgevende verbindingslijn. De persoon van Muhammed (saw) heeft deze weg geopend, is erop vooruitgegaan met zijn welāya, teruggekeerd met zijn profeetschap en heeft de deur opengelaten. De ewliyā’s van zijn gemeenschap volgen hem met hun ziel en hart op dat lichtgevende pad, reizen in de schaduw van zijn mirādj en stijgen – ieder naar gelang zijn capaciteit – op naar verheven niveaus.

 

Zoals eerder bewezen, heeft de Schepper van dit universum het universum gebouwd en versierd als een paleis, met de doeleinden die in het antwoord op de eerste vraag zijn uiteengezet. Aangezien de persoon van Muhammed (saw) het middelpunt vormt van die doeleinden, is het vanzelfsprekend dat hij – als we het zo mogen uitdrukken – al vóór de schepping van het universum in de aandacht van de Schepper stond, en als eerste werd blootgesteld aan Zijn goddelijke manifestatie. Want het resultaat, de vrucht van iets, wordt eerst overwogen. Dus, hoewel hij fysiek de laatste is, is hij spiritueel de eerste. Aangezien de persoon van Muhammed (saw) zowel de meest volmaakte vrucht is als de bron van waarde voor alle vruchten en het middelpunt van alle doeleinden, moet het licht van zijn wezen als eerste zijn blootgesteld aan de manifestatie van schepping.​