De Miradj (De Hemelreis van de Profeet)
Antwoord op je tweede vraag: o jij die op de positie van toehoorder staat! Het antwoord op deze tweede vraag is zó diepgaand en verheven, dat het verstand – zonder het licht van het geloof – er noch bij kan komen, noch het kan benaderen. Alleen met het licht van het geloof kan het worden waargenomen. Toch kan deze waarheid met behulp van enkele gelijkenissen enigszins dichter bij het verstand worden gebracht. Daarom zullen wij trachten het op deze wijze enigszins begrijpelijk te maken.
Wanneer men met een blik van wijsheid naar dit universum kijkt, verschijnt het als een immense boom. Zoals een boom takken, bladeren, bloemen en vruchten draagt, zo verschijnen de elementen als takken, de planten en bomen als bladeren, de dieren als bloemen, en de mensen als de vruchten van deze wereld, die als een tak van de schepping fungeert. Het is dan ook vanzelfsprekend dat een wet van Sāni-i zul-DjelālAllah, Die met uiterst kunstzinnigheid schept en Wiens grootheid en verhevenheid grenzeloos is., die geldt voor een gewone boom, ook van toepassing is op deze immense scheppingsboom – als een vereiste van Zijn naam al-HakīmAllah, Wiens wijsheid oneindig is; de Alwijze. (de Alwijze). Daarom vereist de wijsheid dat deze scheppingsboom ook uit een zaadje is voortgekomen. En dat zaadje moet zodanig zijn dat het niet alleen de essentie van de fysieke wereld bevat, maar ook die van de andere werelden. Immers, het oorspronkelijke zaad en de oorsprong van een universum dat duizenden verschillende werelden omvat, kan geen droge materie zijn.
Aangezien er vóór deze scheppingsboom geen andere boom van dezelfde soort bestond, vereist de naam al-HakīmAllah, Wiens wijsheid oneindig is; de Alwijze. (de Alwijze) dat de betekenis en het licht, die als oorsprong en zaad van deze boom fungeerden, uiteindelijk ook als een vrucht van diezelfde boom verschijnen. Immers, een zaad kan niet blijvend onbedekt blijven. En aangezien dit zaad aan het begin van de schepping nog niet het gewaad van een vrucht had aangenomen, zal het dat gewaad ongetwijfeld aan het einde aannemen.
Aangezien die vrucht de mens is, en aangezien – zoals eerder aangetoond – binnen de mensheid de meest beroemde en glorieuze vrucht, die de aandacht van allen trekt, de helft van de aarde en een vijfde van de mensheid aan zich bindt, en door zijn spirituele voortreffelijkheid de wereld met liefde als bewondering naar zich toe trekt, niemand anders is dan de persoon van Muhammed (saw), zal het licht dat als zaad diende voor de vorming van het universum ongetwijfeld in zijn persoon een fysieke gestalte aannemen en als de ultieme vrucht verschijnen.