Soefisme: De Weg van Welāya

Wat de tweede groep betreft, deze wordt zonder meer aangetrokken door de enorme vreugde van de tarīqa en haqīqa, omdat zij de vreugden van de waarheden van de sharia, die ver boven hen liggen, niet kunnen bereiken. Zij geloven er zodoende in dat het daarbij alleen om saaie, vervelende formaliteiten gaat en handelen ten opzichte daarvan onverschillig. Stap voor stap overtuigen zij zichzelf ervan dat de sharia alleen uit een uiterlijke schaal bestaat en dat de haqīqa die zij hebben ervaren het essentiële doel is. Zij zeggen: “Ik heb haar bereikt, zij is voor mij toereikend.” en handelen in tegenspraak met de principes van de sharia. Echter, degenen die in deze groep nog over hun verstand beschikken, zijn daarvoor wel verantwoordelijk. Zij storten zichzelf in afgrond en worden zelfs gedeeltelijk een spotpunt voor de duivel. 

 

De vierde opmerking: enkele personen te midden van de afgedwaalde mensen die zich bezighouden met het verspreiden van bid’a, worden in de ogen van de umma voor acceptabel gehouden. Echter, er bestaan soortgelijke personen die zich qua gedachtegang in niets van hen onderscheiden, maar worden niettemin door de umma verworpen. Ik heb me daarover verwonderd. Bijvoorbeeld, hoewel Zemahsherī een van de ijverigste leden van de sekte Mutazile was, hebben de muhaqqiqīn van Ehl-i soenna wel-djemāa hem, ondanks zijn kritische opmerkingen, niet tot ongelovige of tot afgedwaalde verklaard; veeleer hebben zij naar een uitweg gezocht om hem te verontschuldigen. Terwijl andere imams van de Mutazilieten, zoals Ebu Ali Djubbāī, in dweperij nog ver onder Zemahsherī stonden, werden zij verworpen en als afgedwaalden bestempeld.