Soefisme: De Weg van Welāya

Deze situatie heeft mij lange tijd nieuwsgierig gemaakt. Vanuit de barmhartigheid van Allah heb ik later begrepen dat de kritische benadering van Zemahsherī ten aanzien van Ehl-i soenna wel-djemāa voortkwam uit zijn liefde tot zijn sekte, welke hij voor juist hield. Dus, teneinde Allah van al het kwade vrij te spreken, schrijft hij het scheppen van het woeste gedrag van de dieren niet aan Allah toe, maar aan de dieren zelf. Hierdoor accepteerde hij het principe van Ehl-i sunna dat zowel al het goede alsmede al het kwade door Allah wordt geschapen niet. De andere imams van de Mutazilieten werden daarentegen niet omwille van hun liefde tot de waarheid afgewezen, maar omdat hun veel te beperkte verstand de verheven principes van Ehl-i sunna niet kon bereiken, omdat zij zich eveneens niet in de situatie bevonden om de omvangrijke wetten van Ehl-i sunna in hun eigen beperkte voorstelling onder te brengen en omdat zij deze ontkenden. 

 

Zoals de Mutazilieten die in theologisch opzicht Ehl-i soenna wel-djemāa tegenspreken in twee groepen verdeeld kunnen worden, zo zijn eveneens de tegenargumenten van de aanhangers van een tarīqa die buiten de kring van sharia vallen in twee groepen te verdelen. 

 

Wat de eerste betreft, zij blijven evenals Zemahsherī enigszins onverschillig tegenover de principes van de sharia, omdat zij via deze weg geen gelijke graad van spiritueel genot en tevredenheid hebben kunnen bereiken en omdat zij hun eigen tarīqa sterk liefhebben.