De Miradj (De Hemelreis van de Profeet)

Antwoord op je derde vraag: dit antwoord is zó omvangrijk, dat mensen zoals wij – met een beperkte denkkracht – het niet volledig kunnen bevatten. We kunnen er slechts van een afstand naar kijken.

 

Inderdaad, de spirituele werkplaatsen en de universele wetten van de lagere wereld – deze wereld – bevinden zich in de hogere werelden. En de resultaten van de daden van de ontelbare schepselen op aarde, die fungeert als het verzamelpunt van de schepping, evenals de vruchten van de handelingen van djinns en mensen, krijgen in de hogere werelden concrete gestaltes.

 

Zelfs de verwijzingen van de Koran tonen aan dat de goede daden (hasanāt) die men in deze wereld verricht, in het hiernamaals de vorm aannemen van paradijsvruchten, terwijl slechte daden (sayyiāt) verschijnen als de vruchten van de hel, zoals zaqqūm. Dit wordt bevestigd door talloze aanwijzingen en overleveringen, en wordt ondersteund door zowel de wijsheid van de schepping als de vereisten van de Naam el-Hakīm (de Alwijze).

 

Inderdaad, veelheid van de schepselen op de aarde is zodanig toegenomen, en de schepping heeft zich zo sterk vertakt, dat er op aarde veel meer soorten schepselen zijn dan in de rest van het hele universum. Deze schepselen verschijnen in deze wereld, ondergaan voortdurend veranderingen tijdens hun levens en verdwijnen uiteindelijk weer uit deze wereld.

 

Deze veelheid en afzonderlijke verschijnselen zijn ongetwijfeld voortgekomen uit universele wetten en alomvattende manifestaties van de schone namen van Allah. En de plaatsen waar deze universele wetten en manifestaties tot uitdrukking komen, zijn de hemelen – die zuiver en eenvoudig zijn – en waarvan elk fungeert als de troon, het gewelf en het bestuurscentrum van een afzonderlijke wereld. Een van deze werelden is Djannat-ul-Ma’wā bij Sidrat-i Muntahā. En volgens de verkondiging van de Getrouwe Boodschapper (saw) staat vast dat de lofprijzingen en dankzeggingen op aarde de gestalte aannemen van de vruchten van Djannat-ul-Ma’wā.

 

Deze drie punten tonen aan dat de resultaten en vruchten van daden op aarde hun opslagplaatsen en uiteindelijke bestemming in de hogere werelden hebben.

 

Zeg dan niet: “Hoe kan mijn uitspraak zoals elhamdulillāh, die in de lucht lijkt te vervliegen, ooit de gestalte aannemen van een tastbare vrucht van het Paradijs?”

 

Want soms spreek je overdag een mooi woord uit, en zie je datzelfde woord in je droom verschijnen als een sappige appel die je opeet. Evenzo kan een lelijk woord dat je overdag uitspreekt, zich ’s nachts in je droom tonen als iets bitters dat je moet doorslikken. Als je bijvoorbeeld roddelt, kan het in je droom verschijnen als een stuk bedorven vlees dat je moet eten.

 

Daarom moet je het niet als onvoorstelbaar beschouwen dat je de goede of slechte woorden die je in deze wereld uitspreekt – een wereld die, vergeleken met het hiernamaals, slechts op een droom lijkt – in het hiernamaals als vruchten zult eten.