Het Geloof en de Mens

Nu dan, o mens! Indien je jouw dienaarschap jegens Hem toont, dan zal jij een rang boven alle schepselen behalen. Indien jij daarentegen dienaarschap afwijst, dan zal jij een laaghartige dienaar van machteloze schepselen worden. En indien je op jezelf en op je vermogen vertrouwt, je tewekkul en je smeekbede aan Allah opgeeft, in hoogmoedigheid belandt en geen toevlucht neemt tot Allah, dan zal jij ten aanzien van je constructieve kant onbekwamer dan bijen en mieren zijn, en zwakker dan spinnen en vliegen worden, maar ten aanzien van je destructieve kant zal je zwaarder wegen dan een berg en schadelijker zijn dan de pestziekte.

 

O mens! Jij hebt dus twee kanten. De ene is je constructieve en positieve kant waarmee je met jouw eigen kennis, macht en vaardigheid iets positiefs naar voren brengt. De andere is je destructieve en negatieve kant waarmee je als een soort bron dient voor negatieve en onheilzame handelingen zoals het verwoesten van iets, het bedrijven van een kwaad en het ontkennen van geloofswaarheden. Ten opzichte van je eerste kant ben jij onbekwamer dan een bij en een mus, en zwakker dan een vlieg en een spin. Ten opzichte van je tweede kant daarentegen overtref je gebergtes, de aarde en de hemel. Jij draagt een last waartegenover zij hebben teruggedeinsd en hun machteloosheid hebben getoond en je beschikt over een veel uitgestrekter bereik dan zij. Want wanneer je iets positiefs doet, doe jij dat slechts in verhouding tot je bekwaamheden, je handbereik en je kracht. Wanneer je daarentegen kwaadaardig en destructief bent, dan treedt jouw kwaadaardigheid de grenzen over en breidt jouw destructiviteit uit.