Het Geloof en de Mens

Vervolgens trok ik verder en kwam ik een ander groot paleis tegen. Ik zag voor de poort van dat paleis een trouwe hond uitstrekken en een serieuze, ernstig ogende en zwijgzame portier de wacht houden. Ik zag er een sombere sfeer. Ik vroeg me af waarom de twee paleizen zo van elkaar verschilden. Teneinde mijn nieuwsgierigheid te sussen, trad ik binnen en zag ik dat het van binnen zeer levendig was. Het personeel en de bewoners van het paleis bevonden zich overal op verschillende verdiepingen en hielden zich bezig met verscheidene belangrijke taken. Op de eerste verdieping hielden mannen zich bezig met het bestuur en het beheer van het paleis. Op de tweede verdieping waren de jongens en de meisjes les aan het volgen. Een verdieping hoger hielden de vrouwen zich bezig met het beoefenen van zeer subtiele kunsten en handvaardigheden. En op de bovenste verdieping onderhield de heerser van het paleis zich met de sultan en vervulde afzonderlijke en verhevene taken om de rust van het volk te verzekeren en om zijn eigen ontwikkeling te bevorderen. Doordat ze mij niet hebben gezien, kwam niemand tussenbeide waardoor ik zonder moeite door het paleis kon rondlopen. 

 

Nadien trad ik weer naar buiten. Ik keek om me heen en zag dat overal in de stad zich deze twee soorten paleizen bevonden. Ik vroeg aan mensen die ik tegenkwam waarom de twee paleizen zo van elkaar verschilden. Ze vertelden mij dat de paleizen, waarvan de buitenkant vrolijk, maar de binnenkant geheel leeg is, aan de vooraanstaande ongelovigen en de afgedwaalde mensen toebehoren; en de andere paleizen van de oprechte vooraanstaande moslims zijn.