Het Geloof en de Mens
Het is inderdaad niet het vermogen van de mens dat de mens -die door ongedierte zoals een schorpioen die over een zeer zwak gezichtsveld beschikt en een slang die geen poten bezit wordt overwonnen- met de zijde van een kleine rups laat bekleden en met de honing van een giftig insect laat voeden. Het is veeleer de macht van de Heer, het geschenk van de Barmhartige waarmee Hij alles -ten gevolge van de zwakheid van de mens- aan de mens doet gehoorzamen.
O mens! Aangezien dit de werkelijkheid is, geef je hoogmoed en zelfingenomenheid op. Betoon jouw machteloosheid en zwakte door op de macht van Allah te berusten, verkondig jouw behoeftigheid en behoeften door smeekbeden te verrichten en laat zien dat je een dienaar van Allah bent. Zeg:
حَسْبُنَا اللّٰهُ وَنِعْمَ الْوَكٖيلُ Allah is voor ons toereikend en Hij is de beste Beschermer. – De Koran 3:173
en verhef jezelf.
En zeg niet: “Ik ben niets en ik heb geen waarde in het universum. Waarom zou Allah de Alwijze de gehele schepping aan mij dienstbaar stellen en als tegenprestatie een alomvattende dankbaarheid van mij als vertegenwoordiger van de gehele schepping verwachten.”
Hoewel je ten opzichte van jouw materiële en wereldgerichte aspecten inderdaad niets bent, fungeer jij ten opzichte van jouw taak en status als een aandachtige toeschouwer van de schepping, als een welbespraakte spreker van dit betekenisvolle bestaan, als een begrijpende lezer van dit geweldige boek (het universum), als een verwonderde beschouwer van deze godverheerlijkende schepselen en als een eerbiedwaardige leidinggevende van deze aanbiddende wezens.