Het Geloof en de Mens

Het vijfde punt

 

De mens is als gast met een opdracht naar deze wereld gezonden; hem zijn daartoe waardevolle bekwaamheden verleend. In overeenstemming met deze bekwaamheden zijn hem belangrijke taken toevertrouwd. En teneinde de mens deze taken te laten vervullen, wordt hij regelmatig aangemoedigd met beloningen en bedreigd met strenge straffen. 

 

De essentie van de taken van de mens en zijn dienstbaarheid aan Allah die we reeds in andere verhandelingen hebben uiteengezet, willen we hier samenvatten, zodat het geheim achter ‘ahsen-i taqwīm’ begrepen kan worden.

 

De mens die naar deze wereld is gekomen, kan zijn dienaarschap in tweeërlei opzicht tonen. In eerste opzicht toont hij zijn dienaarschap en zijn tefekkur aan Allah op een indirecte wijze. In tweede opzicht toont hij zijn dienaarschap op een directe wijze en verricht hij zijn smeekbedes rechtstreeks aan Hem.

 

Het eerste opzicht: hierin erkent de dienaar deemoedig de heerschappij van de Heer die overal in het universum te zien is en bezichtigt hij verwonderd hoe de schepping op een meest perfecte en mooie wijze wordt geschapen en beheerd. Vervolgens maakt hij de unieke kunsten die uit de verschijningen van de heilige schone namen van Allah bestaan, vol bewondering aan anderen bekend. Vervolgens weegt hij met zijn verstand de verschijningen van de namen van de Heer -die als een verborgen spirituele schat gelden- af en stelt hij met zijn hart lofprijzend de waarde ervan op prijs.