Het Geloof en de Mens
Ik zag dat die brug een weg op de vlakte door een buitengewoon mooie plek was. En ik bemerkte dat die zeer grote begraafplaats die ik aan mijn rechterzijde had waargenomen in werkelijkheid prachtige en goed verzorgde tuinen waren waar gezegende mensen onder de leiding van verlichte mensen worden bijeengebracht om aanbiddingen te verrichten, lezingen te houden en aan de verschijningen van de namen van Allah te gedenken. En ik besefte dat de dreigende stormen en tegenspoeden, die ik aan mijn linkerzijde meende te zien, in feite geweldige feestmalen en prachtige tuinen om te bezoeken waren. En ik realiseerde me dat de schepselen die ik als angstaanjagende draken, leeuwen en dergelijke wilde beesten had verondersteld in werkelijkheid tamme dieren, zoals kamelen, stieren, schapen en geiten waren. Hierop zei ik elhamdulillāhi alā nūril-imānAlle lof aan Allah voor het licht van het geloof. en reciteerde ik het vers
اَللّٰهُ وَلِىُّ الَّذٖينَ اٰمَنُوا يُخْرِجُهُمْ مِنَ الظُّلُمَاتِ اِلَى النُّورِ Allah is de Beschermer van hen die geloven; Hij leidt hen uit de duisternissen naar het licht. – De Koran 2:257
Nadien ontwaakte ik uit deze denkbeeldige gebeurtenis.
Voorwaar, die twee bergen symboliseren het begin en het einde van het leven, oftewel de aardse wereld en ālem-i berzakhEen rijk waarin de zielen van de overledenen wachten tot de wederopstanding.. Die brug stelt de levensweg voor waarvan de rechterzijde het verleden en de linkerzijde de toekomst symboliseert. Die zaklantaarn representeert het zelfingenomen ego van de mens dat op de eigen kennis vertrouwt en geen gehoor geeft aan de hemelse openbaringen. En de schepselen die als wilde beesten toeschenen zijn de ongewenste gebeurtenissen van de wereld.