Het Grootste Teken
Het tweede hoofdstuk
Betreft de bewijzen voor tewhīdDe eenheid van Allah.
De reiziger die, teneinde de īmānHet geloven in de zes pilaren van het geloof (het bestaan en de eenheid van Allah, de hemelse geschriften, de profeten, de engelen, het hiernamaals en de goddelijke lotsbeschikking).Het geloven in de zes pilaren van het geloof (het bestaan en de eenheid van Allah, de hemelse geschriften, de profeten, de engelen, het hiernamaals en de goddelijke lotsbeschikking). te verwerven naar de wereld is gezonden en vervolgens in gedachten het gehele universum heeft doorgereisd, elk wezen naar zijn Schepper heeft gevraagd, op elke locatie naar zijn Heer heeft gezocht en uiteindelijk het noodzakelijke bestaan van Hem op het niveau van haqqal-yaqīnEen zekere overtuiging die op ervaren berust. heeft bevestigd, heeft tegen zijn verstand het volgende gezegd:
“Kom! Laten we nog eenmaal gemeenschappelijk op reis gaan teneinde de getuigenissen voor de eenheid van onze Schepper, die Wādjibul-WudjūdAllah, Wiens bestaan noodzakelijk en Wiens non-existentie onmogelijk is is, in beschouwing te nemen.”
Ze begeven zich op weg. Op hun eerste bestemming nemen ze waar dat er vier heilige waarheden zijn die het gehele universum omvatten en op een zeer duidelijke wijze aantonen dat de eenheid van Allah noodzakelijk is.