Het Grootste Teken

De vierde waarheid

Deze waarheid is de drieëndertigste trede en betreft de rahīmiyya en de razzāqiyya.

 

Dus, het verlenen van de materiële en spirituele voeding aan alle levende wezens op het gehele aardoppervlak, in de lucht en in de zee, in het bijzonder aan de machtelozen en de zwakken en veeleer aan de jongeren door een verborgen hand vanuit de droge en eenvoudige aarde, vanuit de levenloze en kurkdroge takken, vanuit de kleine zaadjes en in het bijzonder de vorming van de subtiele melk, tussen vuil en bloed, vanuit de buiken op het juiste moment, op een genadevolle en een welgeordende wijze, zonder daarbij iets te vergeten of verwarring te scheppen.

 

Inderdaad, zoals het vers

اِنَّ اللّٰهَ هُوَ الرَّزَّاقُ ذُو الْقُوَّةِ الْمَتٖينُ

het verlenen van voeding en levensonderhoud aan Allah de Rechtvaardige toekent, zo eveneens verkondigt het vers

وَمَا مِنْ دَابَّةٍ فِى الْاَرْضِ اِلاَّ عَلَى اللّٰهِ رِزْقُهَا وَيَعْلَمُ مُسْتَقَرَّهَا وَمُسْتَوْدَعَهَا كُلٌّ فِى كِتَابٍ مُبِينٍ

dat de verzorging van alle mensen en dieren op een belofte van de Heer berust en door Hem gewaarborgd wordt.