Het Grootste Teken

Aangezien nu al deze afzonderlijke handelingen gezamenlijk van één enkele handeling afkomstig zijn, dient noodzakelijkerwijs ook degene die deze handelingen verricht één en almachtig te zijn. En aangezien Fāil-i zul-Djelāl een dergelijke majesteitelijkheid en grootsheid bezit, laten deze op geen enkele plaats, onder geen enkele omstandigheid en in geen enkel opzicht ook maar een greintje van deelgenootschap toe en sluiten dat uit. 

 

En aangezien er nu eenmaal een dergelijke majesteitelijkheid en een geweldige almacht bestaat en aangezien deze majesteitelijkheid oneindig volmaakt en alomvattend is, is het ook in geen enkel geval mogelijk dat zij ruimte zou overlaten voor een deelgenootschap die Zijn almacht zwak of hulpbehoevend zou maken, Zijn majesteitelijkheid een fout zou bezorgen, Zijn volmaaktheid een gebrek zou toekennen en Zijn alomvattendheid met een grens en Zijn oneindigheid met een einde zou confronteren. Geen enkel gezond verstand kan dit aanvaarden. 

 

Inderdaad, omdat het toekennen van een deelgenoot aan Allah een schaduw op Zijn majesteitelijkheid werpt, Zijn eer aantast en Zijn grootsheid beledigt, is dit een zodanig grote misdaad, dat de Koran daaromtrent via het vers

َاِنَّ اللّٰهَ لاَ يَغْفِرُ اَنْ يُشْرَكَ بِهِ وَيَغْفِرُ مَادُونَ ذٰلِك

grote dreigementen uit en verkondigt dat iets dergelijks nooit vergeven kan worden.