Het Grootste Teken
De eerste waarheid
Deze waarheid betreft de fettāhiyyaHet attribuut van Allah waarmee Hij aan alles een passende vorm en een geschikte gestalte verleent..
Dit houdt in dat via de manifestatie van Zijn naam el-FettāhDegene Die de moeilijkheden oplost en Die de dichte deuren opent.De Opener vanuit één eenvoudige materie vele verschillende, talloze, totaal van elkaar te onderscheiden welgeordende vormen worden verleend, en wel allen tezamen, overal, op hetzelfde moment en met één en dezelfde handeling.
Inderdaad, zoals de Schepper via de manifestatie van de naam el-FettāhDegene Die de moeilijkheden oplost en Die de dichte deuren opent.De Opener aan vele verschillende schepselen in het universum een voor hen passende, welgeordende vorm en bijzondere kenmerken heeft verleend, zo ook heeft Hij aan ieder afzonderlijk schepsel van de vierhonderdduizend soorten levende wezens op het aardoppervlak, maar dan op een nog wonderlijkere wijze, een zeer kunstzinnige, doelmatige, welgeordende, versierde en bijzondere vorm verleend.
يَخْلُقُكُمْ فِى بُطُونِ اُمَّهَاتِكُمْ خَلْقًا مِنْ بَعْدِ خَلْقٍ فِى ظُلُمَاتٍ ثَلاَثٍ ذٰلِكُمُ اللّٰهُ رَبُّكُمْ لَهُ الْمُلْك لاَ اِلٰهَ اِلاَّ هُوَ فَاَنّٰى تُصْرَفُونَ Hij heeft jullie uit een enkel wezen [Ādem] geschapen, vervolgens schiep hij daaruit zijn echtgenote. Hij heeft voor jullie acht paren van het vee geschapen. Hij schept jullie in de buiken van jullie moeders binnen drie lagen van duisternis, door verschillende stadia. – De Koran 39:6
اِنَّ اللّٰهَ لاَ يَخْفٰى عَلَيْهِ شَيْءٌ فِى الْاَرْضِ وَلاَ فِى السَّمَاءِ ۞ هُوَ الَّذِى يُصَوِّرُكُمْ فِى الْاَرْحَامِ كَيْفَ يَشَاءُ لاَ اِلٰهَ اِلاَّ هُوَ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ Voor Allah is niets op de aarde of in de hemelen verborgen. Hij is Degene Die jullie in de baarmoeders vorm geeft zoals Hij wil. Er is geen andere god buiten Hij, de Almachtige, de Alwijze. – De Koran 3:5-6
Zoals deze verzen aankondigen, is het sterkste bewijs voor de eenheid van Allah en het meest verbazingwekkende wonder van Zijn scheppingskracht, het verlenen van gedaantes. Aangezien deze waarheid herhaaldelijk in de Risale-i Nur op vele verschillende wijzen en in het bijzonder in de zesde en zevende treden van het eerste hoofdstuk van het tweede gedeelte van deze verhandeling behandeld en bewezen is, laten we de gedetailleerde uiteenzetting ervan daaraan over en zeggen we alleen maar het volgende: