Het Grootste Teken

Inderdaad, zoals in De Vierde Straal aangaande het vers

حَسْبُنَا اللّٰهُ وَنِعْمَ الْوَكٖيلُ  

behandeld en bewezen is, heeft Hij ons een zodanige maag gegeven dat zij in ontelbare spijzen haar smaak kan vinden. En Hij heeft ons een zodanig leven geschonken dat wij door middel van onze zintuigen de talloze gunsten in deze grote materiële wereld kunnen benutten, die als een tafel met geschenken is gedekt. En Hij heeft vanuit Zijn genade ons een zodanige menselijkheid geschonken dat wij met vele vermogens, zoals het hart en het verstand, van de talloze geschenken, van zowel de materiële alsmede de spirituele wereld, kunnen genieten. En Hij heeft ons een zodanige religie, de Islam, geleerd, dat wij via deze religie onszelf met de onuitputtelijke schatten van zowel ālem-i ghaib als ālem-i shehāda kunnen verlichten. En Hij heeft ons naar een zodanige īmān geleid, dat wij door middel van deze īmān met de onuitputtelijke lichten en geschenken van deze wereld en het hiernamaals verlicht kunnen worden en daarvan kunnen benutten.