Het Grootste Teken
Hierbij ziet de reiziger niet meer dan één duizendste gedeelte van de ontelbare waarheden en getuigenissen die de zeeën en rivieren bevatten. Hij beseft dat zij allen met een kracht evenredig aan hun omvang de getuigenis "Er bestaat geen god buiten Hem." unaniem verkondigen en ziet dat alle schepselen die hen bewonen daarvan getuigenis afleggen. En om de algehele getuigenis van de zeeën en de rivieren tot uitdrukking te brengen en over te dragen, is in de vierde trede van het eerste gedeelte het volgende gezegd:
لاَ اِلٰهَ اِلاَّ اللّٰهُ الْوَاجِبُ الْوُجُودِ الَّذِى دَلَّ عَلٰى وُجُوبِ وُجُودِهِ فِى وَحْدَتِهِ جَمِيعُ الْبِحَارِ وَالْاَنْهَارِ بِجَمِيعِ مَا فِيهَا بِشَهَادَةِ عَظَمَةِ اِحَاطَةِ حَقِيقَةِ Via de getuigenis van de geweldige alomvattendheid van zijn waarheid التَّسْخِيرِ وَالْمُحَافَظَةِ وَالْاِدِّخَارِ وَالْاِدَارَةِ الْوَاسِعَةِ الْمُنْتَظَمَةِ بِالْمُشَاهَدَةِ [1]
[1] Er bestaat geen god buiten Allah, Hij Die Wādjibul-WudjūdAllah, Wiens bestaan noodzakelijk en Wiens non-existentie onmogelijk is is. Door de getuigenis van de alomvattendheid en de welgeordendheid die zich binnen de onderwerping, de stabiliteit, het opslaan en het beheer van de zeeën en de rivieren bevinden, welke overal klaarblijkelijk te zien zijn, getuigen de zeeën en de rivieren tezamen met alles wat zich erin bevindt van Zijn noodzakelijke bestaan en Zijn eenheid.