Het Grootste Teken

Voorts zijn er bijvoorbeeld allerlei soorten bronnen, wateren, mineralen, elementen en kruiden, die voor de levende wezens nodig zijn, op een zodanig doelmatige, welgeordende, vrijgevige en zorgvuldige wijze in de bergen opgeslagen, aangeboden en gesorteerd, dat de reiziger doet beseffen dat deze bergen als de schatten, opslagplaatsen en de bediendes dienen van de Almachtige en de Alwijze, Wiens macht en wijsheid grenzeloos zijn.

 

Vervolgens ziet de reiziger, naast deze twee zeer belangrijke taken en wijsheden van de bergen en de vlaktes, ook andere taken en wijsheden ervan en komt tot de overtuiging dat zij met al hun taken en wijsheden, in het bijzonder met het dienen als opslagplaatsen voor de behoeftes van de levenden, van het bestaan en de eenheid van Allah getuigen door "Er bestaat geen god buiten Hem." uit te drukken; en hij ziet dat hun getuigenis zo krachtig en standvastig als de bergen en zo uitgestrekt en uitgebreid als de vlakten is en bevestigt hierop zijn geloof in Allah door "Ik geloof in Allah." te zeggen.

 

Teneinde deze betekenis uit te drukken, is in de vijfde trede van het eerste gedeelte het volgende gezegd:

 

لاَ اِلٰهَ اِلاَّ اللّٰهُ الْوَاجِبُ الْوُجُودِ الَّذِي دَلَّ عَلٰى وُجُوبِ وُجُودِهِ جَمِيعُ الْجِبَالِ وَالصَّحَارَى بِجَمِيعِ مَا فِيهَا وَمَا عَلَيْهَا بِشَهَادَةِ عَظَمَةِ اِحَاطَةِ حَقِيقَةِ الْاِدِّخَارِ وَالْاِدَارَةِ وَنَشْرِ الْبُذُورِ وَالْمُحَافَظَةِ وَالتَّدْبِيرِ وَالْاِحْتِيَاطِيَّةِ الرَّبَّانِيَّةِ الْوَاسِعَةِ الْعَامَّةِ الْمُنْتَظَمَةِ الْمُكَمَّلَةِ بِالْمُشَاهَدَةِ  [1]

 

 

 

[1] Er bestaat geen god buiten Allah, Hij Die Wādjibul-Wudjūd is. Door de alomvattende getuigenis van het feit dat het alomvattende, het welgeordende en het volmaakte opslaan, beheren, beschermen en besturen van benodigde materialen en het verspreiden van de zaden, getuigen de bergen en de vlaktes tezamen met alles wat zich erin en erop bevindt van Zijn noodzakelijke bestaan.