Het Grootste Teken

Teneinde de bovenvermelde waarheden en getuigenissen uit te drukken, is in de zesde trede van het eerste gedeelte het volgende gezegd:

 

لاَ اِلٰهَ اِلاَّ اللّٰهُ الْوَاجِبُ الْوُجُودِ الَّذِى دَلَّ عَلٰى وُجُوبِ وُجُودِهِ فِى وَحْدَتِهِ اِجْمَاعُ جَمِيعِ اَنْوَاعِ الْاَشْجَارِ وَالنَّبَاتَاتِ الْمُسَبِّحَاتِ النَّاطِقَاتِ بِكَلِمَاتِ اَوْرَاقِهَا الْمَوْزُونَاتِ الْفَصِيحَاتِ وَاَزْهَارِهَا الْمُزَيَّنَاتِ الْجَزِيلاَتِ وَاَثْمَارِهَا الْمُنْتَظَمَاتِ الْبَلِيغَاتِ بِشَهَادَةِ عَظَمَةِ إِحَاطَةِ حَقِيقَةِ الْاِنْعَامِ وَالْاِكْرَامِ وَالْاِحْسَانِ بِقَصْدٍ وَرَحْمَةٍ وَحَقِيقَةِ التَّمْيِيزِ وَالتَّزْيِينِ وَالتَّصْوِيرِ بِاِرَادَةٍ وَحِكْمَةٍ مَعَ قَطْعِيَّةِ دَلاَلَةِ حَقِيقَةِ فَتْحِ جَمِيعِ صُوَرِهَا الْمَوْزُونَاتِ الْمُزَيَّنَاتِ الْمُتَبَايِنَةِ الْمُتَنَوِّعَةِ غَيْرِ الْمَحْدُودَةِ مِنْ نُوَتَاتٍ وَحَبَّاتٍ مُتَمَاثِلَةٍ مُتَشَابِهَةٍ مَحْصُورَةٍ مَعْدُودَةٍ [1]

 

 

 

[1] Er bestaat geen god buiten Allah, Hij Die Wādjibul-Wudjūd is. Met de getuigenis van het ontvouwen van alle versierde, ontelbare en van elkaar verschillende vormen die door begrensde, passend afgetelde en op elkaar lijkende zaden en kernen tevoorschijn komen, en met de getuigenis van de alomvattendheid van een opzettelijke en genadevolle gunstverlening, vrijgevigheid en goedheid en een weldoordachte en doelmatige onderscheid, versiering en vormgeving, getuigen alle boom- en plantensoorten door middel van hun welgeordende en eenduidig gerangschikte bladeren, versierde en harmonisch gevormde bloesems en hun welgevormde vruchten van Zijn noodzakelijke bestaan en Zijn eenheid.