Het Grootste Teken

De derde waarheid: het tevoorschijn brengen en het laten ontwikkelen van de ontelbare schepselen in honderdduizenden verschillende gedaantes en vormen, waarvan elk op zich een wonder van wijsheid is, en hun opkomst vanuit eieren en zaadcellen, die identiek zijn aan elkaar ofwel zeer sterk op elkaar lijken en die beperkt zijn in aantallen, geschiedt op een zodanig ordelijke, evenwichtige en foutloze manier, dat deze waarheid via bewijzen en getuigenissen zo talrijk als het aantal dieren geïllustreerd wordt.

 

Met de verenigende kracht van deze drie waarheden neemt de reiziger waar dat alle diersoorten van "Er is geen god buiten Hem." getuigenis afleggen; alsof de gehele aarde, op een wijze die bij haar uitgestrektheid past, als één groot persoon "Er is geen god buiten Allah." zegt en deze getuigenis aan de inwoners van de hemelen verkondigt. Teneinde deze waarheden te kunnen uitdrukken, is er in de zevende trede van het eerste gedeelte het volgende gezegd:

 

لاَ اِلٰهَ اِلاَّ اللّٰهُ الْوَاجِبُ الْوُجُودِ الَّذِى دَلَّ عَلٰى وُجُوبِ وُجُودِهِ فِى وَحْدَتِهِ اِتِّفَاقُ جَمِيعِ اَنْوَاعِ الْحَيَوَانَاتِ وَالطُّيُورِ الْحَامِدَاتِ الشَّاهِدَاتِ بِكَلِمَاتِ حَوَاسِّهَا وَقُوَاهَا وَحِسِّيَاتِهَا وَلَطَائِفِهَا الْمَوْزُونَاتِ الْمُنْتَظَمَاتِ الْفَصِيحَاتِ وَبِكَلِمَاتِ اَجْهِزَتِهَا وَجَوَارِحِهَا وَاَعْضَائِهَا وَاٰلاَتِهَا الْمُكَمَّلَةِ الْبَلِيغَاتِ بِشَهَادَةِ عَظَمَةِ اِحَاطَةِ حَقِيقَةِ الْاِيجَادِ وَالصُّنْعِ وَالْاِبْدَاعِ بِالْاِرَادَةِ وَحَقِيقَةِ التَّمْيِيزِ وَالتَّزْيِينِ بِالْقَصْدِ وَحَقِيقَةِ التَّقْدِيرِ وَالتَّصْوِيرِ بِالْحِكْمَةِ مَعَ قَطْعِيَّةِ دَلاَلَةِ حَقِيقَةِ فَتْحِ جَمِيعِ صُوَرِهَا الْمُنْتَظَمَةِ الْمُتَخَالِفَةِ الْمُتَنَوِّعَةِ غَيْرِ الْمَحْصُورَةِ مِنْ بَيْضَاتٍ وَقَطَرَاتٍ مُتَمَاثِلَةٍ مُتَشَابِهَةٍ مَحْصُورَةٍ مَحْدُودَةٍ [1]

 

 

 

[1] Er bestaat geen god buiten Allah, Hij Die Wādjibul-Wudjūd is. Met de getuigenis van een geweldige alomvattendheid van het intentioneel scheppen en samenstellen, van het opzettelijk onderscheiden en versieren en van het doelmatig bepalen en vormgeven, en met de getuigenis van het tevoorschijn brengen en het doen ontwikkelen van welgeordende, verschillende en onbeperkte gedaantes en vormen, vanuit beperkte, op elkaar lijkende eieren en zaadcellen, getuigen alle dieren en vogels via de welgeordendheid, evenwichtigheid en ondubbelzinnigheid van hun bekwaamheden, krachten, vermogens en zintuigen en via hun volmaakte en geordende organen en ledematen van Zijn noodzakelijke bestaan en Zijn eenheid.