Het Grootste Teken

Inderdaad, naast het feit dat aan de profeten (aleyhimusselam) door Allah de Rechtvaardige vele wonderen zijn geschonken ter bevestiging van hun profeetschap; dat aan hun tegenstanders hemelse klappen werden uitgedeeld ter bewijsvorming voor hun waarachtigheid; dat zij een persoonlijke volmaaktheid bezitten en onderwijzingen omtrent de waarheid hebben gegeven, welke elk voor zich een aanwijzing vormen voor hun betrouwbaarheid; dat zij een krachtige īmān, de optimale ernst, de bereidwilligheid bezitten zich op te offeren en hemelse geschriften in hun bezit hebben, welke getuigenissen vormen voor hun juistheid; en dat talloze studenten door hun pad te volgen de waarheid, de volmaaktheid en de zaligheid hebben bereikt, hetgeen getuigenis aflegt van de waarachtigheid en de rechtvaardigheid van hun pad; hebben alle profeten een betrouwbare unanieme overeenstemming in alle kwesties met betrekking tot het geloof en een eendrachtige, wederzijdse vorm van steun en overeenkomst in de bewijsvoering hiervan. De reiziger komt tot de bevestiging dat dit feit een dermate krachtig bewijs vormt dat geen enkele twijfel of aarzeling daartegen stand kan houden of het kan weerleggen. Hierop begrijpt hij dat het geloven in de profeten één van de zuilen van de īmān is en een zeer krachtige bron vormt voor het geloven in Allah. Hij heeft veel zegeningen ontleent aan hun onderwijzingen.

 

Teneinde de bovengenoemde onderwijzing van de reiziger te kunnen uitdrukken, is er in de achtste trede van het eerste gedeelte het volgende gezegd:

 

لاَ اِلٰهَ اِلاَّ اللّٰهُ الَّذِى دَلَّ عَلٰى وُجُوبِ وُجُودِهِ فِى وَحْدَتِهِ إِجْمَاعُ جَمِيعِ الْاَنْبِيَاءِ بِقُوَّةِ مُعْجِزَاتِهِمِ الْبَاهِرَةِ الْمُصَدِّقَةِ الْمُصَدَّقَةِ [1] 

 

 

 

[1] Er bestaat geen god buiten Allah. De unanieme overeenstemming van de profeten, wiens waarachtigheid met de kracht van de duidelijke wonderen wordt bevestigd, getuigt van Zijn noodzakelijke bestaan en Zijn eenheid.