Het Grootste Teken

Hierop neemt de reiziger op het niveau van aynel-yaqīn waar hoe duidelijk en helder deze waarheid is. Hij ziet dat de eensgezindheid van de profeten, de overeenstemming van de asfiyā’s en de eenparigheid van de ewliyā’s en de unanimiteit van deze drie nog schitterender zijn dan het daglicht.

 

Als een korte verwijzing naar de zegeningen die de reiziger met zijn bezoek aan de zāwiya’s ontleent, is in de tiende trede van het eerste gedeelte het volgende gezegd: 

 

لاَ اِلٰهَ اِلاَّ اللّٰهُ الَّذِى دَلَّ عَلٰى وُجُوبِ وُجُودِهِ فِى وَحْدَتِهِ اِجْمَاعُ الْاَوْلِيَاءِ بِكَشْفِيَّاتِهِمْ وَكَرَامَاتِهِمُ الظَّاهِرَةِ الْمُحَقَّقَةِ الْمُصَدَّقَةِ [1]

 

 

 

[1] Er bestaat geen god buiten Allah. De overeenstemming van de duidelijke, waarachtige en bevestigde keshfiyāt en kerāmāt van de ewliyā’s, getuigt van Zijn noodzakelijke bestaan en Zijn eenheid.