Het Grootste Teken

Geen enkel verzoek verhindert een ander verzoek, geen enkele handeling belemmert de voltooiing van een andere handeling en geen enkele toespraak raakt verward met een andere toespraak. Hierop beseft de reiziger, op het niveau van ilmel-yaqīn die het niveau van aynel-yaqīn nadert, dat al deze manifestaties, al deze woordvoeringen en al deze ilhāmāt, zowel ieder afzonderlijk als gezamenlijk, bewijzen vormen voor en getuigenis afleggen van de tegenwoordigheid, het noodzakelijke bestaan, de alomtegenwoordigheid en de eenheid van Shems-i Ezèlī

 

Als een korte verwijzing naar de marifetullāh die onze reiziger ontleent aan ālem-i ghaib is in de veertiende en vijftiende treden van het eerste gedeelte het volgende gezegd:

 

لاَ اِلٰهَ اِلاَّ اللّٰهُ الْوَاجِبُ الْوُجُودِ الْوَاحِدُ اْلاَحَدُ الَّذِى دَلَّ عَلٰى وُجُوبِ وُجُودِهِ فِى وَحْدَتِهِ اِجْمَاعُ جَمِيعِ الْوَحْيَاتِ الْحَقَّةِ الْمُتَضَمِّنَةِ لِلتَّنَزُّلاَتِ الْاِلٰهِيَّةِ وَ لِلْمُكَالَمَاتِ السُّبْحَانِيَّةِ وَ لِلتَّعَرُّفَاتِ الرَّبَّانِيَّةِ وَ لِلْمُقَابَلاَتِ الرَّحْمَانِيَّةِ عِنْدَ مُنَاجَاةِ عِبَادِهِ وَلِـلْاِشْعَارَاتِ الصَّمَدَانِيَّةِ لِوُجُودِهِ لِمَخْلُوقَاتِهِ وَ كَذَا دَلَّ عَلٰى وُجُوبِ وُجُودِهِ فِى وَحْدَتِهِ اِتِّفَاقُ الْاِلْهَامَاتِ الصَّادِقَةِ الْمُتَضَمِّنَةِ لِلتَّوَدُّدَاتِ الْاِلٰهِيَّةِ وَ لِلْاِجَابَاتِ الرَّحْمَانِيَّةِ لِدَعَوَاتِ مَخْلُوقَاتِهِ وَ لِلْاِمْدَادَاتِ الرَّبَّانِيَّةِ لِاِسْتِغَاثَاتِ عِبَادِهِ وَ لِـلْاِحْسَاسَاتِ السُّبْحَانِيَّةِ لِوُجُودِهِ لِمَصْنُوعَاتِهِ [1]

 

 

 

[1] Er bestaat geen god buiten Allah. De consensus van alle openbaringen, welke de toespraak van Allah, waarbij Hij overeenkomstig met het intellect en het begripsvermogen van de aangesprokenen spreekt, de aanspraak van de Feilloze, de bekendmakingen van de Heer, het beantwoorden van de smeekbedes van Zijn dienaren dat overeenkomt met Zijn barmhartigheid, tevens de tekens welke naar Zijn bestaan verwijzen bevat, getuigen van Zijn noodzakelijke bestaan en Zijn eenheid. Bovendien getuigen eveneens de consensus van betrouwbare ilhāmāt, welke het Zichzelf aan Zijn schepselen geliefd maken, het beantwoorden van de smeekbedes van de schepselen, het hulp verlenen aan Zijn dienaren die om hulp roepen en de tekens welke naar Zijn bestaan verwijzen bevatten, van Zijn noodzakelijke bestaan en Zijn eenheid.