Het Grootste Teken

Zo bewijst eveneens Rasūl-u Ekrem Aleyhissalātu Wesselām, de bron van de Islam en de vertolker van de Koran, degene die meer dan iedereen in de waarheden van de Koran geloofde en het meer dan iedereen eerbied betoonde, degene die tijdens een openbaring in een soort slaaptoestand terechtkwam, degene wiens woorden niet in de nabijheid van de uitingen van de Koran konden komen, degene die ondanks zijn ongeletterdheid uit de Koran de voorbije en toekomstige gebeurtenissen met betrekking tot ghayb met onfeilbare zekerheid kon verkondigen en degene bij wie zelfs onder de scherpe blikken van de hoogst opmerkzame ogen geen spoor van bedrog of valsheid viel te ontdekken, dat de Koran een hemels geschrift is, de waarheid spreekt en het gezegende woord van de Genadevolle Schepper is door in iedere bepaling en regeling van de Koran te geloven, het te bevestigen en zich daarin door niets en niemand te laten weerhouden. 

 

Bovendien, één vijfde deel van de mensheid, misschien zelfs het merendeel ervan, die een sterke verbondenheid met de Koran heeft en gewillig luistert naar hetgeen hij te zeggen heeft, en eveneens de djinns, de engelen en de andere spirituele wezens die tijdens de recitatie van de Koran zich verzamelen, hetgeen volgens de getuigenis van vele verwijzingen, gebeurtenissen en keshfiyāt vaststaat, vormen een zegel welk bevestigt dat de Koran door alle wezens wordt geaccepteerd en dat hij een zeer hoge positie inneemt.