Het Grootste Teken

Vervolgens beseft de reiziger dat de īmān het meest waardevolle bezit van de mens is die de schatkamer van eeuwige gelukzaligheid voor hem opent, de hulpeloze, vergankelijke en behoeftige mens van eeuwige vernietiging verlost, hem in alle behoeftes voor een eeuwig leven voorziet en hem niet één of ander vergankelijk veld of tijdelijke verblijfplaats, maar een eeuwig bezit verschaft dat zo uitgestrekt is als het gehele universum of als de wereld. Hierop richt hij zich tot zijn eigen nefs en zegt: