Het Grootste Teken

En teneinde in het gehele universum voortdurend de verse en gevarieerde verschijningen van het attribuut hayā te tonen, dient het gehele universum als een grote spiegel, die uit ontelbare kleine spiegels bestaat, waarin constant veranderingen en vernieuwingen plaatsvinden. En op een soortgelijke wijze verkondigen eveneens de attributen basar, sem, irāde en kelām (het gezichtsvermogen, het gehoor, de wil en de spraak) Zāt-i Aqdes en maken Hem bekend.

 

Bovendien, zoals deze attributen een bewijs vormen voor het bestaan van Zāt-i zul-Djelāl, zo bewijzen zij eveneens het bestaan van het attribuut hayā en haar verschijningen en het feit dat Hij levend en eeuwig is.

 

Immers, ilm (de kennis) is een teken van leven, sem (het gehoor) is een aanwijzing van levendigheid, basar (het gezichtsvermogen) behoort alleen tot de levende wezens, irāde (de wil) kan zich alleen via het leven manifesteren, doelmatige qudra (macht) wordt alleen bij levende wezens aangetroffen en kelām (de spraak) is bestemd voor met kennis en leven begiftigde wezens.

 

Vanuit dit oogpunt begrijpt men dat het attribuut hayā bewezen wordt met de zeven attributen die overal in het universum verschijnen. Zij bezit bewijzen die zowel haar eigen bestaan alsmede het bestaan van Degene Die deze attributen bezit verkondigen.