Het Kalifaat in de Islam

Het antwoord: Ali (ra) moet op twee perspectieven worden beschouwd. Enerzijds vanuit het perspectief van zijn persoonlijke volmaaktheden en rang, en anderzijds vanuit het perspectief van zijn vertegenwoordiging van de collectieve persoonlijkheid van de nakomelingen van de Profeet (saw). Wat betreft deze collectieve persoonlijkheid, vertoont het op een bepaalde manier de hoedanigheid van de Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). 

 

Dus, vanuit het eerste perspectief geven zowel Ali (ra) zelf als al degenen die op het rechte pad zijn voorkeur aan Abu Bakr en Omar (ra). Ze beschouwen hun rangen als hoger in de dienst van de Islam en de nabijheid tot Allah. 

 

Vanuit het tweede perspectief vertegenwoordigt Ali (ra) echter de collectieve persoonlijkheid van de nakomelingen van de Profeet (saw). Aangezien de collectieve persoonlijkheid van de nakomelingen van de Profeet (saw) een waarheid met betrekking tot Muhammed (saw) vertegenwoordigt, heeft Ali (ra) geen gelijke. Inderdaad, de zeer lovende overleveringen van de Profeet (saw) over Ali (ra) zijn gericht op dit tweede perspectief. Deze waarheid wordt bevestigd namelijk met de volgende overlevering van de Eerbiedwaardige Boodschapper (saw):

 

“Het nageslacht van elke profeet stamt van hemzelf af. Mijn nageslacht zijn de nakomelingen van Ali (ra).”

 

De reden waarom de lovende overleveringen van de Profeet (saw) over Ali (ra) meer verspreid zijn dan die van de drie kaliefen is als volgt: