Het Kalifaat in de Islam

Wat betreft de sjia el-kalifaat, aangezien politieke vooroordelen hen in hun greep hielden, kunnen ze zichzelf niet bevrijden van afkeer en onrecht, en daarmee verliezen ze hun recht om zich te verontschuldigen. Ze bevestigen zelfs de bewering:

لاَ لِحُبِّ عَلِىٍّ بَلْ لِبُغْضِ عُمَرَ

 

Aangezien het Iraanse volk aan de hand van Omar (ra) gekwetst was, tonen ze hun wraak onder het voorwendsel van liefde voor Ali. Zo hebben ook de opstand van Amr ibn el-As tegen Ali (ra) en de tragische strijd van Omar ibn Sa’d tegen Husayn (ra) de Sjiieten aangezet tot enorme haat en afkeer jegens de naam Omar.

 

De sjia el-welāya hebben helemaal geen recht om Ehl-i soenna wel-djemāa te bekritiseren, want de soennieten veroordelen Ali (ra) niet, maar houden oprecht van hem. Ze vermijden echter een overmatige liefde, die volgens de overleveringen van de Profeet (saw) als gevaarlijk wordt beschouwd. De lof van de Profeet (saw) voor de volgelingen van Ali (ra) in de overleveringen verwijst naar de soennieten. Het zijn namelijk de soennieten onder de volgelingen van Ali (ra) die hem op gematigde wijze liefhebben en juist zijn in hun standpunten. Het is immers duidelijk verkondigd in een betrouwbare overlevering dat net zoals overmatige liefde voor Isa (as) gevaarlijk is voor christenen, zo is dit soort overmatige liefde voor Ali (ra) gevaarlijk.