Het Geloof en de Mens

Die reis verwijst naar de reis die vanaf ālem-i erwāh, langs de baarmoeder, de jeugd, de ouderdom, het graf, ālem-i berzakh, de wederopstanding en de Sirāt naar het eeuwige leven leidt. Die zestig goudstukken stellen de zestig jaren van de gemiddelde levensduur van een mens voor. Ik schat dat ik vijfenveertig jaar was toen ik deze denkbeeldige gebeurtenis had gezien. Een van de oprechte studenten van de Koran had mij toen geleid om de helft van mijn overgebleven vijftien jaar ten gunste van mijn leven in het hiernamaals te besteden. De herberg was voor mij Istanbul. De trein vertegenwoordigt de tijd en elke wagon refereert aan een jaar. De tunnel stelt het wereldse leven voor. Die doornige bloemen en vruchten zijn de ongeoorloofde en zondige genietingen waardoor het hart van de mens wordt verscheurd, omdat de mens zelfs tijdens het beleven van die genietingen het leed -dat als gevolg van het nadenken van de teloorgang van die genietingen ontstaat- ervaart. En nadat dergelijke genietingen voorbij zijn, ervaart hij ware leed. Nadien veroorzaken ze ook nog eens een bestraffing.

 

De spoorwegbeambte in de trein had gezegd: “Geef mij vijf euro, dan zal ik je zoveel bloemen en vruchten geven als je wilt.”

 

De betekenis daarvan is het volgende: de genietingen en genoegens die een mens binnen de halal-kring met zijn halal handelingen ervaart, zijn toereikend voor het genot van de mens; er is geen behoefte om in zondes te vervallen.

 

De overige gedeelten van het verhaal, kun je zelf interpreteren.