Ashāb: Metgezellen van de Profeet (saw)
Derde Vraag:
De tarīqaEen weg binnen soefisme waarmee men tot spirituele volmaaktheid wordt geleid.'s (soefi-ordes) zijn wegen naar de goddelijke waarheden. Onder deze wegen wordt de Naqshbandī-tarīqaEen weg binnen soefisme waarmee men tot spirituele volmaaktheid wordt geleid. beschouwd als de meest bekende, verheven en als de ‘grote hoofdweg’.
Sommige vooraanstaanden en imams van deze tarīqaEen weg binnen soefisme waarmee men tot spirituele volmaaktheid wordt geleid. hebben de essentie ervan als volgt verwoord:
دَرْ طَرِيقِ نَقْشِبَنْدِى لاَزِمْ اٰمَدْ چَارِ تَرْك: تَرْكِ دُنْيَا تَرْكِ عُقْبىٰ، تَرْكِ هَسْتِى، تَرْكِ تَركْ
Dat wil zeggen dat het in de Naqshbandī-tarīqaEen weg binnen soefisme waarmee men tot spirituele volmaaktheid wordt geleid. noodzakelijk is om zich van vier zaken los te maken:
– de wereld,
– het hiernamaals, omdat dat niet het uiteindelijke doel van de mens mag zijn,
– het eigen bestaan,
– en zelfs de gedachte dat men zich van deze zaken heeft losgemaakt, om niet te vervallen in hoogmoed of eigendunk.
Aldus worden ware kennis van Allah en ware menselijke volmaaktheid bereikt door alles buiten Allah los te laten.
Antwoord:
Als de mens slechts uit een hart zou bestaan, dan zou het noodzakelijk zijn om al het andere los te laten – zelfs de Namen en Eigenschappen van Allah – en het hart uitsluitend te richten op de Essentie van Allah. De mens bestaat echter uit vele zintuiglijke en spirituele vermogens en subtiele innerlijke krachten, zoals het verstand, de ziel en het ego.
Een volmaakte mens is degene die al zijn vermogens en innerlijke krachten, elk op hun eigen wijze van aanbidding en toewijding, op de waarheid richt. Zo begeeft hij zich – net als de ashābMetgezellen van de Profeet (saw) – op een brede weg, rijk in inhoud. Zijn hart leidt als een bevelhebber al deze vermogens en krachten als soldaten moedig naar het doel. Als het hart echter slechts op zichzelf gericht zou zijn, zijn leger – de andere innerlijke vermogens – achterlatend, en geheel alleen zou voortgaan om gered te worden, dan is dat geen reden tot trots; veeleer is het een uiting van innerlijke tekortkoming.