Ashāb: Metgezellen van de Profeet (saw)

De bewering: “Wij zijn beter dan zij” is voor hen dan ook niet voldoende. De mudjtehidīn hielden zich immers uitsluitend bezig met theoretische kwesties die openstaan voor interpretatie. Deze afgedwaalde mensen daarentegen willen hun eigen meningen zelfs toepassen op de fundamentele waarheden van de religie, en proberen onveranderlijke principes te wijzigen. Daarmee tasten zij de onwrikbare pijlers van de islam aan. Daarom is het vanzelfsprekend dat zij zich uiteindelijk zullen keren tegen de ashāb die juist de dragers zijn van de fundamentele en essentiële waarheden van het geloof.

 

Maar helaas voor hen!

 

Laat staan mensen zoals zij, die slechts qua uiterlijk op mensen lijken, maar in werkelijkheid als beesten zijn — zelfs ware mensen en de grote ewliyā’s, die tot de meest volmaakten onder de mensheid behoren, zijn nooit in staat geweest zich gelijk te achten aan zelfs de kleinste onder de ashāb. Deze waarheid is met absolute zekerheid aangetoond in het Zevenentwintigste Woord.

 

اَللّٰهُمَّ صَلِّ وَسَلِّمْ عَلٰى رَسُولِكَ الَّذِى قَالَ: «لاَ تَسُبُّوا اَصْحَابِى، لَوْ اَنْفَقَ اَحَدُكُمْ مِثْلَ اُحُدٍ ذَهَباً مَابَلَغَ نِصْفَ مُدٍّ مِنْ اَصْحَابِى». صَدَقَ رَسُولُ اللّٰهِ

 

سُبْحَانَكَ لَا عِلْمَ لَنَٓا اِلَّا مَا عَلَّمْتَنَٓا اِنَّكَ اَنْتَ الْعَلٖيمُ الْحَكٖيمُ