Van Wonder tot Uitvinding: Wonderen van Profeten
Twee Belangrijke Antwoorden op Twee Belangrijke Vragen
De eerste vraag: aangezien de Koran voor de mensheid is neergezonden, waarom verklaart hij de uitvindingen, wonderen en ontdekkingen van de menselijke beschaving, die volgens de mensheid het belangrijkst zijn, niet expliciet? Waarom volstaat hij met slechts een subtiele verwijzing, een verborgen hint, een lichte aanwijzing of een zwakke aanduiding?
Het antwoord: omdat de wonderen van de menselijke beschaving slechts een bescheiden plaats verdienen binnen het discours van de Koran. De ware missie van de Koran is immers het onderwijzen van de perfecties en aspecten van de goddelijke voorziening, verzorging en het beheer van al het geschapene door Allah, evenals het onderrichten van de plichten en toestanden van de mens in relatie tot zijn dienaarschap en aanbidding. Daarom is de ruimte die deze menselijke wonderen en uitvindingen innemen binnen deze twee domeinen slechts beperkt tot een subtiele aanduiding of een zwakke verwijzing.
Immers, indien deze menselijke wonderen en uitvindingen hun rechten zouden opeisen ten aanzien van het domein van de goddelijke voorziening en het beheer, dan zouden zij slechts een zeer bescheiden recht kunnen opeisen.
Bijvoorbeeld, als een vliegtuig van de mensheid tot de Koran zou zeggen: “Geef mij een plaats in jouw woorden en ken mij een positie toe in jouw verzen,” dan zouden de hemellichamen, de aarde en de maan –de ‘vliegtuigen’ van dat domein– namens de Koran antwoorden: “Je kunt hier slechts een plaats krijgen die in verhouding staat tot jouw omvang.”
Als de onderzeeërs van de mensheid een plaats zouden vragen in de verzen van de Koran, zouden de ‘onderzeeërs’ van dat domein –de aarde en de sterren die zweven en drijven in de oceaan van de atmosfeer en ether– antwoorden: “Jouw plaats naast ons is zo klein dat je nauwelijks zichtbaar bent.”
Als de stralende, op sterren lijkende elektrische lampen om erkenning zouden vragen in de verzen, zouden de ‘lampen’ van dat domein –de bliksem, vallende sterren en de hemellichamen die de hemel verlichten– antwoorden: “Je kunt slechts genoemd worden in verhouding tot de kracht van je licht.”
En als de uitvindingen van de beschaving hun recht zouden opeisen vanwege hun verfijnde technologie en kunst, zou zelfs een eenvoudige vlieg hen tot zwijgen brengen door te zeggen:
Jullie hebben daartoe nauwelijks zoveel recht als één van mijn vleugels. Want al die verfijnde technologieën en delicate kunsten die door menselijke inspanning zijn voortgebracht, kunnen niet tippen aan de verbazingwekkende complexiteit en fijne structuren die in mijn kleine lichaam aanwezig zijn. Dit vers alleen al zou jullie doen verstommen:
اِنَّ الَّذِينَ تَدْعُونَ مِنْ دُونِ اللّٰهِ لَنْ يَخْلُقوُا ذُباَباً وَلَوِاجْتَمَعُوا لَهُ Degenen die jullie naast Allah aanroepen kunnen nog niet eens een vlieg scheppen, al zouden zij allen daartoe samenwerken. – De Koran 22:73