Boodschap voor de Zieken

De vierde remedie

 

O klagende zieke! Je hebt geen recht om te klagen, veeleer dien jij dankbaar en geduldig te zijn. Immers, jouw lichaam, organen en zintuigen zijn niet jouw eigendom. Je hebt ze niet zelf vervaardigd, noch heb je ze van iemand anders gekocht. Dat betekent dat ze het eigendom van een ander zijn. Degene Die de Eigenaar ervan is, doet ermee wat Hij wil. 

 

Bijvoorbeeld, zoals in Het Zesentwintigste Woord is verteld, maakt een zeer rijke en uiterst begaafde kunstenaar gebruik van een arme man als model tegen een evenredig loon voor een uur om één van zijn versierde en uiterst kunstvolle gewaden op hem te passen. Dientengevolge brengt hij aanpassingen op het gewaad aan. Teneinde zijn eigen geweldige kunstvaardigheid te tonen, knipt en verandert hij het gewaad, legt het uit en neemt het in. Heeft deze man nu nog het recht om tegen die kunstenaar te zeggen: “Je bezorgt me moeite door mij te laten buigen en te laten staan en je ondermijnt mijn schoonheid door dit gewaad aan te passen dat mij zo goed staat.” Kan hij dan nog zeggen dat de kunstenaar hem genadeloos en onrechtvaardig heeft behandeld?

 

O zieke! Evenals dit voorbeeld heeft Sāni-i zul-Djelāl jou een lichaam als gewaad geschonken dat met prachtige zintuigen zoals het oog, oor, verstand en het hart uitgerust is. Teneinde de verschijningen van Zijn namen te tonen, laat Hij jou in vele omstandigheden verkeren en verschillende veranderingen ondergaan. Zoals jij via honger Zijn naam er-Razzāq leert kennen, leer je dankzij jouw ziekte Zijn naam esh-Shafiī kennen. 

 

Aangezien middels kwellingen en tegenspoeden de verschijningen van Zijn bepaalde namen worden getoond, bevinden zich achter hen flitsen van wijsheid en stralen van genade waarin vele schoonheden schitteren. Indien alle sluiers van gebeurtenissen zouden worden opgeheven, dan zou je achter de sluier van de ziekte die je verafschuwt en waaraan je een hekel hebt aangename en mooie betekenissen vinden.