Boodschap voor de Zieken

De drieëntwintigste remedie

 

O eenzame, hulpeloze zieke! Indien jouw ziekte samen met jouw eenzaamheid en vervreemding zelfs bij de meest steenachtige harten een medegevoel opwekt en een genadevolle blik jegens jou aantrekt, dan staat het zeer zeker vast dat jouw ziekte die je in eenzaamheid doorbrengt de boven alles te verkiezen genade van jouw genadevolle Schepper naar jou toe zal trekken, op voorwaarde dat jij middels je īmān jouw verbondenheid aan Hem vertoont en dat jij met het besef van jouw machteloosheid jegens Zijn almacht smeekbedes verricht tijdens de ziekteperiodes. Hij is immers Degene Die Zichzelf aan het begin van alle hoofdstukken in de Koran als Rahmānur-Rahim voorstelt, Die met één flits van Zijn shefqa alle moeders met wonderbaarlijke shefqa hun kinderen doet opvoeden, Die met één glimp van Zijn barmhartigheid elke lente het aardoppervlak met gunsten overlaadt en Die met één verschijning van Zijn genade het eeuwige paradijs samen met al haar schoonheden tot stand brengt. Aangezien Hij bestaat en voor jou zorgt, bestaat alles voor jou. 

 

Inderdaad, degene die zich in ware vervreemding en eenzaamheid bevindt, is degene die niet met īmān en teslīmiyya een verbondenheid aan Hem vertoont of geen belang hecht aan zijn verbondenheid met Hem.