Boodschap voor de Zieken

De tweeëntwintigste remedie

 

O broeder die door een zware ziekte als beroerte is getroffen! Allereerst wil ik als goed nieuws meedelen dat beroerte voor gelovigen als een gezegende ziekte wordt beschouwd. Dit had ik vele malen van ewliyā’s vernomen, maar het geheim erachter had ik nooit begrepen. Onlangs is bij mij één van de geheimen erachter als volgt opgekomen: 

 

Teneinde Allah te benaderen, zich van de grote spirituele gevaren van de wereld te behoeden en eeuwige gelukzaligheid te verwerven, hebben ewliyā’s twee principes gevolgd.

 

Het eerste principe: het denken aan de dood. Dat wil zeggen dat zij aan het eeuwige leven werken door zich bewust te zijn van het feit dat de wereld vergankelijk is en dat ze in deze wereld plichten hebben en vergankelijke gasten zijn.   

 

Het tweede principe: het doden van de nafs-i emmāra. Dat wil zeggen dat zij via onthechting en geestelijke discipline hun nafs-i emmāra proberen te doden om henzelf van de gevaren van de nafs-i emmāra en de blinde driften te verlossen. 

 

O broeder die de helft van zijn lichamelijke gezondheid heeft verloren! Zonder dat je ervoor hebt gekozen, heb je deze twee korte en gemakkelijke principes in handen gekregen die een bron vormen voor gelukzaligheid. Immers, de toestand van je lichaam doet jou aan de ondergang van de wereld en vergankelijkheid van de mens herinneren. De wereld kan jou niet meer misleiden, noch kan onachtzaamheid jouw ogen versluieren. Bovendien kan de nafs-i emmāra iemand die nog slechts een half mens is uiteraard niet middels laaghartige begeertes en verlangens misleiden. Hierdoor kan hij zeer snel van het gevaar van zijn nafs-i emmāra verlost worden.

 

Inderdaad, een gelovige kan dankzij zijn īmān, teslīmiyya en tewekkul in een korte tijd van een zware ziekte als beroerte profiteren, zoals het geval was bij de onthechting van ewliyā’s. Ten opzichte van dit profijt is die zware ziekte slechts een kleine prijs.