Debat met Duivel
Indien men zich eenmaal de Koran veronderstelt als het woord van de mens, dus als die schitterende diamant die met de ArshEen plaats waar de grootsheid en de verhevenheid van Allah zich in de meest ultieme vorm manifesteren. verbonden is op de aarde wordt geworpen, dan is een bewijs met de kracht van alle spijkers en de stevigheid van vele bewijzen nodig om deze diamant weer van de aarde te verheffen en opnieuw aan de ArshEen plaats waar de grootsheid en de verhevenheid van Allah zich in de meest ultieme vorm manifesteren. te bevestigen. Op die manier kan de Koran uit de duisternissen van het ongeloof worden gered en kunnen de lichten van īmānHet geloven in de zes pilaren van het geloof (het bestaan en de eenheid van Allah, de hemelse geschriften, de profeten, de engelen, het hiernamaals en de goddelijke lotsbeschikking).Het geloven in de zes pilaren van het geloof (het bestaan en de eenheid van Allah, de hemelse geschriften, de profeten, de engelen, het hiernamaals en de goddelijke lotsbeschikking). worden bereikt. Echter, omdat het buitengewoon moeilijk is om dit te bereiken, verliezen veel mensen tegenwoordig onder het mom van neutraal en onbevooroordeeld beoordelen hun īmānHet geloven in de zes pilaren van het geloof (het bestaan en de eenheid van Allah, de hemelse geschriften, de profeten, de engelen, het hiernamaals en de goddelijke lotsbeschikking).Het geloven in de zes pilaren van het geloof (het bestaan en de eenheid van Allah, de hemelse geschriften, de profeten, de engelen, het hiernamaals en de goddelijke lotsbeschikking)., hetgeen te wijten is aan jouw ingefluisterde listen en bedriegerij.
Toen richtte de duivel zich opnieuw tot mij en zei: “De Koran lijkt op het woord van mensen. Het lijkt op de manier waarop mensen zich uitdrukken en redeneren. Daarom is hij het woord van de mens. Als hij het woord van Allah zou zijn geweest, zou het ook voor Hem passend en geschikt zijn, en in elk opzicht een buitengewone stijl hebben. Net zoals Zijn kunst niet lijkt op de kunst van mensen, zouden ook Zijn woorden niet op die van mensen moeten lijken.”
Ik antwoordde hem: onze profeet (saw) gedroeg zich in zijn handelingen en in zijn houdingen, met uitzondering van zijn wonderen, net als iedereen; hij was als ieder ander mens gebonden aan ewāmir-i tekwīniyyaBevelen en wetten van de Schepper aangaande het scheppen; ook wel natuurwetten genoemd.. Ook kon hij het koud hebben en pijn lijden. Aan al zijn houdingen en handelingen werd niet noodzakelijk een wonderbaarlijkheid verleend. Dit was opdat hij voor zijn volgelingen als een imam via zijn handelingen en als een wegwijzer via zijn houdingen kon dienen, en in zijn omgang met de mensen als een leermeester kon zijn. Indien hij in al zijn houdingen buitengewoon was geweest, dan zou hij niet in ieder opzicht als een voorbeeld voor zijn volgelingen hebben kunnen dienen, noch voor iedereen een perfecte leraar zijn geweest, en evenmin met al zijn houdingen een genade voor de gehele schepping hebben kunnen zijn.