Debat met Duivel

Ten derde: Indien men de Koran als het woord van de mens zou veronderstellen, zou men gedwongen zijn te accepteren dat el-Furqān, met zijn opbrengst, invloed en resultaten, slechts een verzinsel zou zijn van een onbeholpen en ongeschoolde persoon, ondanks dat hij de meest geestrijke, leven schenkende, waarachtige, gelukzaligheid brengende, alomvattende, wonderbaarlijke en met verheven eigenschappen versierde is. Dit terwijl scherpzinnige mensen en grote genieën, die hem constant en nauwkeurig hebben bekeken en nog bekijken, nooit deze vervalsingen en het werk van enige bedriegerijen hebben kunnen bemerken. In geen geval! Deze veronderstelling is honderdvoudig onmogelijk. In plaats daarvan hebben zij altijd waarachtigheid en oprechtheid bij hem aangetroffen. 

 

Immers, het is een waanzin om degene die in zijn gehele leven betrouwbaarheid, īmān, ikhlās, vertrouwelijkheid, waarachtigheid en istiqāma via al zijn hoedanigheden, woorden en daden heeft getoond en onderwezen en degene die via zijn meest geweldige, meest stralende, meest verheven en meest gewaardeerde persoonlijkheid de meest waarheidsgetrouwe ashāb tevoorschijn heeft gebracht als de meest onbetrouwbare, meest onoprechte en meest ongelovige te beschouwen, waarvoor zelfs de duivel zich zou dienen te schamen. Deze kwestie kent immers geen tussenoplossing. Indien we eenmaal het onmogelijke geval aannemen dat de Koran niet het woord van Allah is, zou zijn waarde vallen alsof deze van Arsh naar de aarde valt. Er bestaat geen middenweg. In plaats van een verzameling van waarheden zou hij een bron van bijgeloof vormen.