De Wonderen van Muhammed (saw)
De derde soort gebeurtenis: dit is de geschiedenis van de kameel die via vijf à zes ketens door de aanzienlijke ashābDe gelukzalige eeuw van profeet Muhammed (saw). is overgeleverd.
Via verschillende ketens, die onder andere beginnen met Ebu Hurayra, Sa’lebe ibn Malik, Djābir ibn Abdullah, Abdullah ibn Djāfer, Abdullah ibn Ebī Ewfa en anderen, wordt vermeld dat op een keer een kameel naar Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). kwam en als uiting van respect deze neerknielde en tot hem sprak.
Bovendien wordt ook via andere ketens vermeld dat deze kameel in een tuin onrustig en wild was geworden. Hij liet niemand toe in zijn nabijheid en viel iedereen aan die dat probeerde. Toen Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). de tuin binnenkwam, liep de kameel naar hem toe, begroette hem eerbiedig en knielde voor hem neer. Zodoende legde Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). een halster om de nek van de kameel. En de kameel sprak tot hem: “Eerst hebben ze me helemaal afgemat door mij het zwaarste werk te laten verrichten en nu willen ze me zelfs slachten, daarom ben ik zo woedend.” Toen vroeg de profeet aan de eigenaar van de kameel of dit klopte en de eigenaar bekende dat de kameel de waarheid had gesproken.
Bovendien had Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). een kameel genaamd Adbā, die na het overlijden van de profeet uit verdriet niets meer wilde eten of drinken, waardoor hij uiteindelijk stierf. Bovendien berichten enkele belangrijke imams, zoals Ebu Ishāq-i Isferanī (ra), dat deze kameel met Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). over een bepaald opvallend incident had gesproken.
En volgens een sahīhBetrouwbare overlevering wordt vermeld dat de kameel van Djābir ibn Abdullah gedurende een reis zo uitgeput was geraakt, dat hij niet meer verder kon lopen. Toen gaf Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). de kameel een lichte por, een duwtje. Door deze handelwijze van de profeet verschafte de kameel een zodanige vreugde, zoveel blijdschap en behendigheid, dat hij vanwege zijn snelheid bijna niet meer in bedwang kon worden gehouden en men hem niet meer kon inhalen. Deze gebeurtenis is door Djābir (ra) overgeleverd.
De vierde soort gebeurtenis: imams op het gebied van ehadithDe islamitische overleveringen betreffende de handelingen en de uitspraken van profeet Muhammed (saw)., in het bijzonder Bukhārī, vermelden het volgende: