De Wonderen van Muhammed (saw)

Bovendien, een van de grootste op tewātur berustende wonderen van Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām is de splijting van de maan. Inderdaad, deze splijting van de maan is via verschillende overdrachtsketenen door Ibn Mes’ūd, Ibn Abbās, Ibn Omar, Imam Ali, Enes, Huzeyfe en nog vele andere vooraanstaande ashāb overgeleverd. En bovendien wordt dit buitengewone wonder in de Koran via het vers

اِقْتَرَبَتِ السَّاعَةُ وَانْشَقَّ الْقَمَر

duidelijk verkondigd. De koppige afgodenaanbidders te midden van de Quraish reageerden niet ontkennend op deze verkondiging van de Koran. Echter, zij beweerden dat het tovenarij was. Dat houdt dus in dat de splijting van de maan zelfs voor de ongelovigen een voldongen feit was. Voor een gedetailleerde behandeling van dit grote wonder verwijzen we naar de verhandeling ‘Het aanhangsel bij Het Eenendertigste Woord, De splijting van de maan’.

 

Evenals Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām aan de bewoners van de aardbol dit wonder, de splijting van de maan, heeft getoond, zo toonde hij ook de bewoners van de hemel het grote wonder mirādj. Voor een gedetailleerde behandeling van het grote wonder, de mirādj, verwijzen wij naar ‘Het Eenendertigste Woord’. Immers, in deze verhandeling wordt namelijk met overtuigende bewijzen de schittering, de verhevenheid en de juistheid van dit grote wonder bewezen; zelfs ten aanzien van ongelovigen. Wij zullen hier slechts wel de reis van de profeet (saw) naar Beytul-Makdis, die net voor de mirādj heeft plaatsgevonden, behandelen, waarover de Quraishieten de volgende morgen hem (saw) vroegen naar een beschrijving van Beytul-Makdis. Dit geschiedde als volgt:

 

De profeet heeft de Quraish op de morgen na zijn mirādj daaromtrent geïnformeerd. Echter, zij loochenden zijn mededelingen, bestreden deze zelfs, en zeiden tenslotte tegen hem: “Indien jij naar Beytul-Makdis bent gereisd, beschrijf voor ons dan de poorten, de muren en de omgeving ervan.” Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām beschreef het als volgt:

فَكَرَبْتُ كَرْباً لَمْ اَكْرُبْ مِثْلَهُ قَطُّ فَجَلَّى اللّٰهُ لِى بَيْتَ الْمَقْدِسِ وَكَشَفَ الْحُجُبَ بَيْنِى وَبَيْنَهُ حَتّٰى رَاَيْتُهُ فَنَعَتُّهُ وَاَنَا اَنْظُرُ اِلَيْهِ

Oftewel, “Ik voelde me heel erg onder druk gezet over hun wijze mij van leugens te beschuldigen en mij pijnlijke vragen te stellen. Ik heb me nog nooit in mijn leven zo in het nauw gedreven gevoeld. Echter, toen onthulde Allah de Rechtvaardige Beytul-Makdis voor mijn ogen en toonde haar aan mij. Ik keek naar deze moskee en begon haar in alle details te beschrijven.” Hierop beseften de Quraishieten dat hij hen een volledige en correcte beschrijving van Beytul-Makdis verschafte.